Notaris-, schepen- en andere akten

17 Voor schepenen van Helvoirt, Johannes Mastenbroek en Paulus van de Kleijbergh is verschenen Jacobus van Berten als echtgenoot en voogd van Anna G. van Dompzelaar. Hij machtigt zijn zwager, Daniël Franchois van Dompzelaar om in zijn naam alle achterstallige en nog te verschijnen interesten, renten, huren en pachten zowel in natura als in geld te innen, te vorderen en te ontvangen tot aan eerstkomende verschijndag van alle goederen en effecten mits comparant is overleden met zijn echtgenote en ouders als erfgenamen en als ook alle schulden en lasten met betrekking tot nalatenschap daaruit te betalen, van zijn ontvangsten kwijting te verlenen, onwilligen of weigeraars met gerechtelijke maatregelen tot betaling te dwingen en daartoe 1 of meer procureurs in zijn plaats te stellen en gerechtelijke bevelen te verkrijgen om bij in-gebreke-blijvers beslag te kunnen leggen. Verder zodanig te handelen alsof comparant zelf aanwezig zou zijn of wat hij bedoeld zou hebben of wat hij zou kunnen of mogen doen met betrekking tot onderhavige boedel, zelfs om speciale lastgeving die noodzakelijk of vereist is, in te zetten. De gemachtigde belooft alle handelingen en verrichtingen met betrekking tot deze machtiging in waarde te houden en te doen houden en dient te allen tijde van zijn ontvangsten en uitgaven rekening en verantwoording af te leggen. De comparant heeft deze machtiging naar waarheid samen met bovengenoemde schepenen ondertekend.