Notaris-, schepen- en andere akten

515 Reinier Stinus Reinders verklaart dat hij een minnelijke schikking heeft getroffen met Rijk Claessen en Dominicus Noie, de momboors van zijn zes voorkinderen, m.b.t. het versterf van zijn overleden vrouw Hester Claessen. Hij zal: 1. de kinderen kost en kleren bezorgen; 2. elk kind bij meerderjarigheid of huwelijk 100 guldens en een koe (of 20 gld.) geven; 3. de kinderen mainteneren gelijk een vader betaamt. Na goedkeuring van erfdrost A. van Bree geprotocolleerd op 15.02.1791

400 Huijb. Sgraeve, weduwnaar van Mechel Laemers, sluit met zijn schoonzoon Jos. van Mil, weduwnaar van zijn dochter Joanna Elijsbt. Sgraeve, een akkoord m.b.t. het erfdeel van diens overleden vrouw. Hij zal hem 300 gulden uitkeren uit de opbrengst van de nog te verkopen boerderij. In ruil daarvoor is Jos bereid af te zien van alle verdere aanspraken op de erfenis. Dat geld eveneens voor het testament dat zijn schoonouders hebben opgemaakt voor notaris Ploegh. Het akkoord wordt goedgekeurd door Hendricus van Dijk, mede als vader van zijn onmondige kinderen verwekt bij wijlen Dora Maria Sgraeve; Claes Sgraeve, mede als momboor van de onmondige kinderen van Hendricus van Dijk; Jan Pesenaker, mede als vader van zijn kinderen verwekt bij wijlen Alegonda Sgraeve; J.F. Vermeulen, als momboor over de onmondige kinderen van Jan Pesenaker; Rein van der Sand en zijn vrouw Brigitta Sgraeve, wonend in Velp. Ook erfdrost A. van Bree stemt namens de onmondige kinderen in met het akkoord d.d. 28.09.1780. Geprotocolleerd: 04.10.1780.

66 De gezamenlijke erfgenamen van wijlen Joannes van den Bogart, gehuwd geweest met Christina Hendrix van Tiel, m.n. Theodorus van den Bogart, Petrus van den Bogaart; Hendricus van den Bogaart; Elijsbet van den Bogaart, geassisteerd door haar man Jacob van den Hooge; Gerit Martens als bloedmomboor van het onmondig kind Joannes van den Bogaart, nagelaten door Joanna van den Bogaart, tijdens haar leven gehuwd met Huijb. Cornelisse Klompemaakers; en ten slotte ook nog Christina Hendrix, de weduwe van de erflater, geassisteerd door haar schoonzoon Jacob van den Hooge; verklaren dat zij hebben besloten om de nalatenschap in zijn geheel over te dragen aan Theodorus van den Bogaart en zijn vrouw Maria van Duere (die reeds op de goederen wonen). Zij betalen de helft van de waarde (1825 gulden) aan Peter van den Bogaart, Hendricus van den Bogaart, Elijsbet van den Bogaart en het onmondig kind (elk ¼ deel). In ruil daarvoor zien zij af van verdere aanspraken op de erfenis. Het restant, ook 1825 gulden, zijn zij verschuldigd aan de weduwe. Oppermomboor J. de Lauwre approbeert de overeenkomst op 02.10.1752. Zij wordt mede ondertekend door Ida van Dijck en Marij Peters. Geprotocolleerd: 15.10.1753.

22 Schout A.J. van der Gheest legaliseert de verkoop van een stuk land genaamd den Bogeman door advocaat De Decquere Het perceel is door Jan Noien verkocht in opdracht van genoemde advocaat. De opbrengst dient tot delging van een preferente hypotheekschuld van Hendrick van de Bolt en Lijsbeth Boeraker. Geprotocolleerd: 09.08.1747.