Notaris-, schepen- en andere akten

92 Otto Copes ontvanger van de verpondingen te ’s-Hertogenbosch en Grave over zijn sober traktement en verzoekt om enige verhoging

13 Rekest van de ingezetenen van Sint Oedenrode in het kwartier van Peelland inhoudende dat hoewel de ingezetenen van de genoemde vrijheid ‘bij weghe van apprehensie of andersints niet en behooren getrocken te worden van hunnen rechter competent ende domiciliair, ofte andersints gediverteert (?) van hunnen hooft richter, dat nochtans Jacob Leijdecker ruiter onder de compagnie van wijlen den Heere van Risoir binnen de Grave in garnizoen omtrent Erp gerecontreert ende gevangen genomen hebben van eenen predicheer van Gemert genaemt Broeder Johannes Boudewijns ende den selven binnen de Grave opgebracht ende geexamineert sijnde, soo ’t schijnt veel andere persoonen van St.Oedenrode soude geaccuseert [aangeklaagd] ende bedragen hebben van kerckelicken dienst gehoort ende daerbij tegens placcaten van retorsie misdaen te hebben, daerover oock eerst aengehaelt sijn Gijsbert Jan Cluijtmans president en Nicolaes van den Sande secretaris, dat daernae noch mede gevanckelick binnen de Grave gehaelt sijn Jannen Dirck Adriaens ende Heijman Claessen met de drijgementen van noch meer te willen doen halen ende vangen, oorsaecke waeromme de vs. gevangenen opt welbehagen van de gemeijnte van St.Oedenrode hebben getreden in accord met den Heere Grave van Hoorn als gouverneur van de Grave ende hem ter saecke vs. belooft duijsent ricxdalers dan dat daer van aen de gemeene regeerders ende ingesetenen van St.Oedenrode rapport gedaen sijnde, deselve daernae verclaert hebben hun ’t vs. accord niet aen te dragen noch ten regarde van de weduwen ende weesen, ten laste van de schamele gemeente te connen toestaen, waerop vier van de vs. geapprehendeerde persoonen bij provisie ontslagen wesende daerop weder in detentie moeten keeren meer andere ingesetenen met gelijcke apprehensie gedreijght werdende, howel sij niet en hebben misdaen, noch heur de saecke niet en raeckt, oorsaecke waeromme de supplianten heur recours [toevlucht] nemen aen desen Raedt,

152 Commandeur kapitein Sanders schrijft vanuit fort Crevecoeur dat Zijne Hoogheid de compagnie van kapitein Winsheijm met patent van daar heeft laten vertrekken naar Grave zodat er maar een deel van zijn compagnie binnen is en de rest te Alem, Empel, Jaccatra en de redoute op de contrescharp; Zijne Hoogheid heeft hem op zijn remonstrantie geantwoord dat hij de buitenredouten met zo weinig mogelijk volk moet bezetten, dat die niet afgebrand of afgebroken mochten worden; voorts vraagt hij of men hem van enig gecommandeerd volk wil voorzien, dat de zandplaat aldaar nog steeds aanwast zodat men aan drie bolwerken droogvoets kan komen als ook door de contrescharpsgracht; hij dient wel bedacht te zijn voor de vijand die bij het fort zou kunnen komen

112 Declaratie van doctor Clemens Roseus met verzoek om betaling van de kosten over drie reizen die hij heeft ondernomen van ’s-Hertogenbosch naar Grave ter visitatie van de medicamenten aldaar, nagezien zijnde dat hij op 2 april 1631 is aangenomen tot doctor binnen ’s-Hertogenbosch en dat hij jaarlijks een reis zal ondernemen naar Grave om ’s lands medicamenten aldaar te visiteren, alles op een traktement van 300 gl. zijnde een akte van 13 januari 1633 dat aan hem is toegelegd een bedrag van 150 gl.; de Raad geeft aan dat zulks niet in een declaratie moet worden meegenomen