Notaris-, schepen- en andere akten

93 Jan sone Peeters Lamberts schepen en Ghysbert Niclaessen secretaris van het dorp Mierlo gemachtigd door Henrick Bruestkens, Peeter Henrick Goorts, Jannen Janssen, Daniel Henricxs, Janne Aertss. en Mattheus Janssen schepenen, Cornelis van Hout [dubieus] en Joost Jansse Jeronimus borgemeesters, Jan Claessen en Henrick van Hout kerkmeesters, Aernt Willemss. en Jan Jacobss. H.Geestmeesters allen inwoners en wethouders van genoemd dorp Mierlo representerende het ‘Gemeyn Corpus’ mede op basis van open brieven van octrooi van de Hertogen van Brabant aan hen verleend in met consent om op het dorp te mogen lichten een bedrag van 19 of 20.000 gulden april 1602 en te verkopen aan Aernden Lamberts Verdonschot in de naam van Heer Peeter Symons van Eyck pastoor te Lierop, Henrick Corneliss. van den Eijnde en Jan van Moirssel als collatoren aangesteld door Heer en Mr. Peeter van den Eijnde in zijn leven doctor in de theologie [Godtheijt] binnen de stad Leuven als fundateur van 6 verschillende beurzen om te studeren binnen de stad ’s-Hertogenbosch in de school van de eerwaarde paters van de sociëteit der Jezuïeten zoals verluid in het testament van de Heer en Mr. Peeter van den Eijnde; t.b.v. die beurzen een cijns van 30 Carolusgl. jaarlijks te betalen op het hoogfeest van St.Petrus Banden [1 augustus] vrij van alle beden etc. etc. – getuigen Borchgrave en Cock

89 De schepenen van het dorp Mierlo verklaren ter instantie van de Heer Florens Schuijl professor te ’s-Hertogenbosch dat het corpus van Mierlo is geldende twee renten van elk 20 gl. per jaar de ene aan Bartel Aertsse en de andere aan Jenneken Rutten Damen die zij trekken voor hun kinderen i.v.m. hun studie op basis van een beurs gesticht door de Heer Jan Daems van Luijck domheer ; idem dat het corpus geldende is aan Marten Pompen uit Helmond een rente van 20 gl. i.v.m. een fundatie van Joffrouwe Grevenbroeck; aan Aert van den Eijnde uit Lierop t.b.v. de beurs van de Heer en Mr. Peter van den Eijnde een rente van 117 gl.; ‘in kennisse der waerheijt soo hebben wij dese onderteeckent opten ix septembris 1650 met de handtekeningen van Thomas van Aelst en Dielis Peter Tielemans schepenen en W.Schuijl notarius publicus – naast deze akte staat in de marge een serie aantekeningen waarin worden geoemd: Jan Daems domheer van St.Lambert, de Latijnse School te Mierlo, studeren te Leuven, Jan Martenss. schoolmr. te Slewijck, 1 augustus 1651, D. Jacobus Feylingius predikant, 6 studenten of bursiers in de scholen van de eerwaarde paters Jezuïeten, 30 september 1614, ondertekend door W.Schuijl.

39 Extract uit de inventaris der stukken en bescheiden rakende de fundatie der beurs gefundeerd door wijlen de Heer Henrick Verweijden in zijn leven pastoor op het Groot Begijnhof van ’s-Hertogenbosch waarin een overzicht wordt gegeven van constitutiebrieven rentenbrieven en schepenbrieven met datering en de resp. bedragen nl. een constitutiebrief in het latijn met zegel van de stad van 13.1.1559 van de Eerwaarde Heer Laurentius Kelders in kopie verkregen tegen Jan van Haubraken 11.10.1616; rentebrief op de goederen van Henric Jan Cuijten te Nuenen dd. 7.2.1617; op 30.1.1643 deze brief gelicht waarbij worden genoemd Goort Peters, een brief dd. 11.2.1643 en 8.11.1644 aan Peter Colen, Dierick Franssen en Jan Michielssen schepenen,; een rentebrief van Jan zn.v.w. Willem Sonmans uit onderpanden te Lierop dd. 7.5.1616; rentebrief dd. 1.5.1646; rentebrief dd. 29.3.1616 mbt het huis in de Peperstraet; een originele brief gelicht door de schout dd. 16.12.1643 en 4.11.1644; 300 gl. geteld door Mr. Matthijs van den Hoven dd. 17.5.1652 waarbij genoemd worden Mr. Peter van Haestrecht, Adriaen Janssen de Ruiter woonachtig te Wasbeeck ondertekend door Florentius Schuijl dd. 17.5.1652; een erfrentebrief getransporteerd door Jenneken Joost Cannarts uit goederen te Udenhout onder Oisterwijk dd. 14.9.1627; een erfrentebrief tbv genoemde fundatie door Goyaert zn.v.w. Jan Symons uit Sint Oedenrode en uit goederen te Son dd. 16.9.1627; rentebrief van Mathijs Mathijssen van den Hoven wonende te Asten inden Wolfsberch dd. 2.10.1627; alles berustende in een koffertje in de schepenkom van Asten, ondertekend door de secretaris van Asten dd. 30.5.1642