Mijn Studiezaal (inloggen)745.58 Index Ambtman van Grave en het Land van Cuijk (745.58)
Gerard van Leunen, aangesteld als administrerend voogd over de kinderen van Jan Verhaegh en Maria van Leunen geeft te kennen dat de grootvader van de kinderen te Boxmeer is overleden. Zij zijn voor 1/10 deel erfgenaam geworden. Er zijn enige goederen uit zijn nalatenschap verkocht en de boedel moet in tien staken verdeeld worden. Een en ander zal van geringe importantie zijn daar ieder staak geen perceel zal zijn. Om twist en tweedracht te voorkomen wordt het verkocht om de penningen te verdelen en de aanparten van de minder-jarigen te beleggen.
745.58 Index Ambtman van Grave en het Land van Cuijk (745.58)
Jasper Kerstens, wonende te Sambeek, geeft te kennen dat zijn vrouw Willemina Peters ruim twee jaar geleden is overleden, hem nalatende acht minderjarige kinderen en enige schulden. Hij is niet in staat met zijn handen de kost te verdienen en verzoekt toestemming om een stukje bouwland gelegen te Mullem te mogen verkopen.
745.58 Index Ambtman van Grave en het Land van Cuijk (745.58)
Wolter Schad, weduwnaar van Ida de Hoog; Maria de Hoog, weduwe van Hendrik Evers; Adriana Jans weduwe van Peter de Hoog major en Jacoba de Wilt, weduwe van Peter de Hoog minor, hebben van hun ouders Reijn Jans de Hoog en Hermke Willems, enige goederen aangekomen. Zij willen overgaan tot scheiding en deling en moeten tot redding van de boedel enige goederen verkopen. Zij hebben nog onmondige kinderen en derhalve worden tot momboirs aangesteld Jacob Willems te Mullem en Willem Willems Crifs.
Persoon in schepenakte:
Reijn Jans de Hoog
Willem Willems Crifs
Ida de Hoog
Maria de Hoog
Peter de Hoog
Jacoba de Wilt
Wolter Schad
Hendrik Evers
Adriana Jans
Hermke Willems
Jacob Willems
Datering:
30.06.1730
Plaats:
Sambeek
Toegangsnummer:
745
Inventarisnummer:
Bron:
Schepenbanken
Geografische namen:
745.58 Index Ambtman van Grave en het Land van Cuijk (745.58)
Rijnier Nicolaes Langel, namens de erfgenamen van wijlen juffrouw Willemina van Eldrum, bij leven vrouw van Otto Martens te Sambeek, geeft te kennen dat de vijf nagelaten kinderen van wijlen Hendrik Cremers tot de nalatenschap van Willemina van Eldrum voor 1/14 deel gerechtigd zijn. Om de boedelschulden te betalen is men genoodzaakt enige goederen te verkopen. Daar er geen momboirs zijn over de kinderen worden Peter Cremers en Hans Hendrix Weerts hiertoe aangesteld.