Notaris-, schepen- en andere akten

9 Jacobus Ratmaakers, wonend te Kessel is vertrokken naar Berlicum om daar een woning te zoeken en gerecht aldaar maatregelen te laten nemen in akte van schadevergoeding. De schepenen van Kessel beloven dat Jacobus Ratmaakers is geboren alhier en zich goed gedragen heeft en in armoede heeft geleefd en hebben onderhouden uit de armenkast.

207 Compareerde voor schepenen ondergenoemde Wouter van Boxtel en Gerrit Rijke armmeesters tot Vught, en hebben gelooft op verbant der goederen den armen desen dorpe toebehoorende den armen van de laage swalewe en alle andere te sullen bevrijden cost en schaadeloos houde voor de helfte van het onderhoud der kinderen die Cornelis Maas gebooren tot popelende Elisabet Cuijpers gebooren alhier egteluijden bij malkanderen verwekt hebben off verwekken sullen actum Vught deesen 17 juni 1734. J.v. Eijndhoven, Aert Teunis Vissers, L. Ragaij secretaris.

205 Compareerde voor heeren scheepenen ondergeteekent Jan Cornelisse Witlox armmeester van Cromvoirt en Deuteren en heeft op verbant der goederen den armen des voornoemde dorpe toebehoorende present ende toekoomende gelooft den armen van Boekhooven en alle anderen te sullen bevrijden, cost ende schaadeloos houden voor de helft der onderhout der kinderen dewelke Henderik Cousijns geboortig tot Boekhooven ende Henderina van Gemert geboortig tot Deuteren bij malkanderen bereijdts verwekt hebben en nog verwekken sullen. Actum Vught deser 27 april 1734. Willem Vuchts, Martheus Witlockx, L. Ragaij secretaris.

192 Compareerden voor heeren scheepenen ondergeteekent juffrou maria Basque wedue van Hermannus Nulaat inwoonderse der stadt ’s Bosch dewelke verclaarde en ter voldoening van het octrooij bij de edele moogende heeren raaden van Staaten der Vereenigde Nederlanden aan deselve tot het uijtmoeren van het naarvolgende lant verleent en aan ons gebleeken zijnde van dato den 25 junij 1733 te stellen tot borge ende te verbinden sekere haaren geheele hoeve geleegen binnen dese heerlijkhijt Vught ter plaatse genaamt Bergenshuijse ende sulkx voor de betalinge der s’lands en dorps lasten van een weijde groot drie morgen welke de voornoemde comparante ingevolge het voorschreven octrooij sal uijtmoeren, beloovende voor haar, haare erve ende naarcoomelingen, de voornoemde lasten van gemelte landt altoos uijt de voorschreve hoeve te sullen gelden, draagen ende betaalen soo als de voorschreeve lasten bereijds opgestelt sijn, en nog opgestelt sullen worden. Wijders verclaaren wij scheepenen met de voornoemde borgte ofte verbant te neemen goede genoegen ende contantement. Actum Vught desen 13 november 1733. Jacobus van Griensven.