Notaris-, schepen- en andere akten

39 Willem Aart Bouwens uit Haaren heeft ter naleving van publicatie van Raden van State der Verenigde Nederlanden 30-11-1716 en van haar Edelmogende op 12-10-1731 de gemeente en landeigenaren alhier vergunning verleend met als zekerheid zijn persoon en al zijn huidige en toekomstige goederen met name akker in parochie van Helvoirt ter plaatse genaamd in “Beelen Acker’ tussen percelen van Jan Peter Koolen, Jan de Cort, Andries Vermeer en Jan van de Pas, om gemeente Helvoirt en alle anderen te zullen vrijwaren en schadeloosstellen van ’s-lands- en dorpslasten die de heer Bouwens in kohieren alhier naar schatting jaarlijks verschuldigd is over perceel veengrond in de parochie van Helvoirt in het Kerckenbroek tussen percelen van Gommert Jonckers, Harmen de Vosch en Hendrick van Krieken. De heer Bouwens die voornemen heeft dit perceel geleidelijk te vervenen en af te turven, stelt voornoemde akker als zekerheid dat gemeente en alle anderen op geen enkele wijze schade, last of verlies zal ondervinden en dat stipt over alle jaren belastingen en andere lasten en schattingen met betrekking tot dit perceel veengrond zonder tegenspraak betaald zullen worden. Bij enig verzuim of nalatigheid zal verbonden akker zonder tussenkomst van de rechter worden verkocht. Als getuigen hebben Johannes Mastenbroek en Willem Aarts Smolders, schepenen van Helvoirt, samen met de heer Bouwens deze belofte ondertekend.

37 Adriaan Anthonis Peijnenborgh, inwoner van Helvoirt had van het Godshuis genaamd den Heilige Geest in ’s-Hertogenbosch hoeve en landerijen aan het Laar in Helvoirt gehuurd. Voor de pacht hadden Cornelis Anthonij Peijnenborg en Gerrit van de Graaff zich borg gesteld. Over jaar 1750 is Adriaan Anthonis Peijnenborgh op de vervaldag van pacht een aanmerkelijke hoeveelheid rogge en bedrag aan geld in gebreke is gebleven waardoor de rentmeester van Godshuis beslag heeft gelegd op nog op het veld staande oogst ondanks borgstelling. Voorts werd aan pachter alvorens beslag te leggen geen uitstel van betaling verleend. In dit kader verscheen voor ons Isaac Verster, stadhouder van kwartier Oisterwijk, Johannes Mastenbroek en Jan Paulus van de Kleijbergh, beide laatsten schepenen van Helvoirt en Adriaan Jansen Vermeer uit Udenhout welke laatste verklaart zich garant stelt tot meerdere zekerheid van genoemd Godshuis voor achterstallige 51 zakken rogge en 11 gulden met dien verstande dat het Godshuis eerst 2 eerdergenoemde borgstellers aanspreekt. Mocht er sprake zijn van tekort dan verbindt de laatstgenoemde hieraan zijn persoon en zijn hebbende en verkrijgende goederen. De voornoemde stadhouder en schepenen hebben deze borgstelling samen met comparant naar waarheid ondertekend.

32 Helena Andries Vermeer weduwe Peter Jansen van de Ven uit Haren, bijgestaan door een door haar gekozen en door rechter verleende voogd heeft ter naleving van voornoemde (hier wordt waarschijnlijk verwezen naar publicatie en vergunning in de vorige schepenakte) met als zekerheid haar persoon en al haar huidige en toekomstige goederen met name een akker in parochie Helvoirt ter plaatse genaamd Den Tolder tussen percelen van kinderen Hendrick Banckmans, Daniël Franchois van Dompzelaar cum suis en weduwe Petrus Bosch en gemene straat om deze gemeente Helvoirt en alle anderen te zullen vrijwaren en schadeloosstellen van ’s-lands- en dorpslasten die Helena Andries Vermeer in kohieren alhier naar schatting jaarlijks verschuldigd is over perceel deels afgeturfd moerasveld in deze parochie Helvoirt in ’t Kerckenbroek, tussen gemeenschappelijke Leij en perceel van Jan Cornelis Wittelocx. Helena Andries Vermeer die het voornemen heeft dit perceel geleidelijk te vervenen en af te turven, stelt voornoemde akker als zekerheid voor hetgeen in vorige akte is opgenomen. Als getuigen hebben Johannes Mastenbroek en Daniël Franchois van Dompzelaar samen met de heer Martini deze belofte ondertekend.

31 Meester Hendrick Bernard Martini, president-schepen en raadslid van de stad ’s-Hertogenbosch heeft ter naleving van publicatie van Raden van State der Verenigde Nederlanden 30-11-1716 en van haar Edelmogende op 12-10-1731 de gemeente en landeigenaren alhier vergunning verleend met als zekerheid zijn persoon en al zijn huidige en toekomstige goederen met name akker in de parochie Helvoirt ter plaatse genaamd op den Distelbergh’ aan de Hoolstraat tussen percelen van Cornelis Anthonij Reijnenborgh, Adriaan Adriaan Reijnenborgh, de heer van Velp en ….. (blanco regel in de akte) om gemeente Helvoirt en alle anderen te zullen vrijwaren en schadeloosstellen van ’s-lands- en dorpslasten die de heer Martini in kohieren alhier naar schatting jaarlijks verschuldigd is over 3 percelen, een meest afgeturfd dal en vast moerasland, genaamd Den Huijgenoot in het Oirbroek en Henskens Veldeke in deze parochie ter plaatse genaamd in ’t Kerckenbroek’ en ‘In ’t Oirbroek’. De heer Martini die voornemen heeft 3 voornoemde percelen geleidelijk te vervenen en af te turven, stelt voornoemde akker als zekerheid dat gemeente en alle anderen op geen enkele wijze schade, last of verlies zal ondervinden en dat stipt over alle jaren belastingen en andere lasten en schattingen met betrekking tot 3 voornoemde percelen moerasland zonder tegenspraak betaald zullen worden. Bij enig verzuim of nalatigheid zal verbonden akker zonder tussenkomst van rechter verkocht worden. Als getuigen hebben Johannes Mastenbroek en Daniël Franchois van Dompzelaar samen met de heer Martini deze belofte ondertekend.