Notaris-, schepen- en andere akten

94 Missive van rentmeester van Stirum inhoudende dat de regenten van het godshuis te ’s-Hertogenbosch genaamd H.Geest die hebben aangegeven dat ze m.i.v. het nieuwe jaar wederom voor het armen huis een renteloze som in kas hebben waarvan zij gaarne zouden aankopen ’s lands roggepachten samen uitbrengende 13 mud rogge met een nadere toelichting hierop en daarna volgt een lange lijst waarin genoemd worden onder Berlicum Lambertus van Hedel en de kinderen van Anthony Aarts de Jong aan het Convent van Orthen 300 gl., onder Enschot Adriaan Lambert Brekelmans aan het Convent van Orthen 300 gl., onder Haaren Petrus van Dongen en Willem Verstijnen aan het Convent van Orthen 300 gl. en Martinus Huijbert van Liemt aan het Convent van Orthen 300, onder Oss Adriaan Thijssen van Breugel en Pieter Klaassen van Straalen aan het Convent van Orthen 150 gl. en Jan Jochems den Elsen, Joahnnes Peeters van haaren en de kinderen van Dirk Janssen van de Goor aan het Convent van Orthen 300 gl., onder Schijndel Adriaan Francis Ondersteijn en Willem Paulus Beevers aan het Convent van Orthen 900 gl., onder Veghel Robert Jan Hendrik van den Oever en Hendrik Adriaan Olyslagers ende weduwe Lambert Hendriks aan het Convent van Orthen 300 gl., onder Loon op Zand of Venloon Jan Cornelis Oerlemans, de drie kinderen van Hendrik Oerlemans, Jacob Weijters, Adriaan van de Weetering en Peter Bastert aan het Convent van Orthen 450 gl., idem onder Berlicum Lambert Tonen van Soggel, Jan van Houtum, Jan van Achelen en de Heer Arnoldus van Galen aan het Convent van de Fraters 600 gl. samen 3900 en met d eintrest van 117 gl. in totaal 4017 gl..

78 Rekest van drossaard en regenten van Loon op Zand in kwartier Oisterwijk met een verzoek dat zij als dorp de passage van ’s-Hertogenbosch naar Breda vice versa, die zou gaan via Oisterwijk en Tilburg, mogen behouden voor welke passage ze in 1760 3000 gl. hebben uitgegeven.

121 Rekest van de dekens van het voerliedengilde binnen de stad ’s-Hertogenbosch verzoekende dat vermits de rijweg van de genoemde stad op Loon op Zand in kwartier Oisterwijk gedeeltelijk lopende over hoge zandduinen ’s zomers onbruikbaar is en zij vervolgens genoodzaakt waren een omweg te nemen van 1 of 1 ½ uur en of die mocht worden verlegd van Cromvoirt langs de Zandkantse molen door de binnen- en voorts in zekere oude weg omtrent het jaar 1702 door de legers geformeerd [met details]

79 Missive vanuit de leen- en tolkamer op een rekest van het gilde der voerlieden binnen de stad ’s-Hertogenbosch verzoekende dat de weg van de Zandkantsemolen naar Loon op Zand door binnenerven mag worden gelegd, welk rekest wordt doorgestuurd naar de thesaurier generaal om advies en rapportage