* ze bevelen hun ziel aan bij God en willen dat hun lichamen na hun dood op een behoorlijke plaats begraven zullen worden
* de langstlevende erft alle goederen
* 'Mits verclarende den testateur twee erffelycke mudde rogge gequeten te hebben vuyt seeckeren acker gelegen opt Sontvelt, hem testateur ende Luytken syn suster competerende, welcke mudde rogge was heffende Gysbert Meeus consorten, waeromme hij testateur soo hy verclaert swaer proces heeft moeten sustineren, waer door genootsaeckt synde de selve rentte te quytten.
* Daerenboven alnoch den testateur heeft verclaert liggende in syne sieckte dat Lijsken syne nichte hebbende ofte synde bevangen met de pestilentiale sieckte, dochtere des meergenoempde Luytken syne sustere, heeft voor desen gemaeckt de selven halven acker tot sijns testateurs behoeffe, ende niet beschreven om de vervaerlycke pestilentiale sieckte'.
* Hij stelt aan als voogden over zijn minderjarige dochtertje zijn broer Dirick Peters en Geryt Aert Gerlings, 'synen neeve'.
Getuigen: Matijs Peters en Willem Jansen, schepenen. D. van der Hagen, substituut secretaris.
* ze bevelen hun ziel aan bij God en willen dat hun lichamen na hun dood op een behoorlijke plaats begraven worden
* De volgende goederen worden geërfd door de langstlevende
Een 'huys, schuer als brouwhuys, hoff, boomgaert, gelegen in de Straet'
* e.z.: het goed van Gielis Roelofs
* a.z.: de erfgenamen van Aert Jansen van Schyndel
* e.e.: het goed van Jenneken van Heessel
* a.e.: de gemijnt
Ook 'den Nieuwen Camp'
* e.z.: het goed van Dirick van der Hagen
* voorts: de gemynte
Ook zijn verworven goederen gelegen 'in de lande Ravesteyn onder de jurisdicte van Uden'.
Verder wordt bepaald
* de langstevende zal betalen aan Corstiaen en Geritken, voorkinderen van de testatrice, 'noch ongehoudt, alsulcken vuytsetsel ofte houwelycx gifte, soo ende gelycke hennen anderen susteren ende broederen hebben gehadt ende genoten, te weten elck twee hondert gulden ende andere meubelen'
* de langstlevende zal de schulden van Jan Gysberts, zoon van de testatrice, kwijtschelden
Getuigen: Micgiel Arien Donckers en Peter Claessen, schepenen, D. van der Hagen, absente secretaris, 'gesubstitueert'
* hij beveelt zijn ziel aan bij God en wil dat na zjn dood zijn lichaam op een behoorlijke plaats begraven zal worden
* hij wil dat zijn goederen 'stacx gewyse' verdeeld zullen worden, te weten zijn nog levende broers ieder 'eenen staeck' en de kinderen van zijn broes en zussen ieder ook 'eenen staeck', en ook Jan Eymerts, de kinderen van Henrick Eymerts en de kinderen van Willem Eymerts ieder ook een staak, 'synde syns testateurs huysvrouwe vrienden'
* de 'vrienden des testateurs' krijgen vooraf ieder 100 Carolus gulden
* de kinderen van Welt Peter Roeffen, verwekt bij Jenneken, 'syns testateurs syster', en de kinderen van Jan Janssen Pasie, verwekt bij zijn zus Diricxken, en de kinderen van Lambert Jan Dirickx krijgen 75 gulden, 'staende op obligatie aen Geraert Cornelissen', gekomen van zijn zus Henrickxken, 'ende dat om redenen dat de voorschreven kynderen waren gekeert vuyt de goederen des voorschreven Henricxkens syns testateurs sustere, insgelycx by hen te wordden gedeylt stacxgewyse'
Getuigen: Willem Meussen en Willem Janssen, schepenen. D. van der Hagen, substituut secretaris
* ze bevelen hun ziel aan bij God en willen dat na hun dood hun lichamen op een behoorlijke plaats begraven zullen worden
* de langstlevende erft alle goederen
* Jan Huyberts, zoon van een zus van de testatrice, krijgt 50 gulden en 'een bedde ofte tieck onder veren, met een paer slapen lakens', uitgereikt te worden na het overlijden van de langstlevende
* Ercken Martens 'hennen dienstmaecht', krijgt'haers testatrice besten swardtten rocken', uitgereikt te worden na hun beider dood
* Rover, Gerlinck en Jacop, broers van de testatrice, krijgen ieder 25 stuivers, waarmee ze verder uitgesloten zijn van de verdeling van de goederen
Getuigen: Peter Claessen en Willem Jansen, schepenen
Bijschrift: Frans Huijberts heeft op 19-04-1672 voor schepenen van Vechel vertoont een obligatie op 27-04-1665 gepasseerd tot schepenen en substituut secretaris van Esscharen, van zijn broer Jan Huijberts, van 50 gulden. gekomen van het legaat nagelaten in bovenstaand testament aan Jan Huyberts, welk hij heeft getransporteerd aan zijn broer Frans, die verklaart voldaan te zijn van de 50 gulden en 'het bedde tieck ende van de slaeplackens'. Getuigen: Aert Claessen en Meeus Willems, schepenen