Getuigen: C. van der Hagen, Aert Claesse, Peter van Valderen en Meeus Willems
Op deze folio wordt het totaal van de inkomsten, 257-13-2 vermeld, waarna de uitgaven volgen, waaronder: een erfpacht die wordt betaald door de minderjarigen, aan 'Leendert Thonissen voor twe jaeren montcost vant Jan Jan Peters onmundigs', voor 'hoesen, clompen, panpier', 'aen Adriaen Jan Peters om een kleet te coopen', 'voor schoolgelt van een onmundigs kint', 'aen Adriaen een der onmundigen de somme van elff gulden om naer Amsterdan te gaen wercken', 'voor den soon Jan een paer schoen', 'item alsoo Daniel Jan Thonis, een der mombaren, dese werelt was comen te overlyden, en in synen plaetse wiert gecooren Lammert Symons', 'aen Adriaen den soon'32 stuivers 'voor drinckgelt'.
Getuigen: Jacob Albert Prouning, Jacop van der Hagen en Adrij Handricx Smets
Onder de inkomsten worden vermeld 'van Matys Lamers van Huijs huere en landeryen bij hem gebruijckt'. Onder de uitgaven 'stocken tot de schop', en 'aen den timmerman betalt van den schop te timeren', schoenen, 'aen den scholmeester van leren de kynder', 'decken opt huijs' en voor het uitbesteedde onderhoud van de kinderen.
Getuigen: G. Roeffs, Jan Roelofs van Kilsdonck en Sijmon Jan Sijmons, schepenen
Onder de inkomsten worden vermeld 'van haer kinderen kintsgedeelte gecomen van Meriken Henrick Huyberts', 'van de mubelen van den voorschreven sterffhuijssen ende de scharen', 'van een heytveldeken gecomen van Meriken Henrick Huyberts' en 'van een huysken ende lantt'.
En onder de uitgaven: 'voor een koije', 'voor klederen ende hoij, bij comfermatij van den outsten soon', 'een vercken', 'rogge', 'een dootkist', drie paar schoenen, aan uitgaven voor de verkoop van 'het gereetschap van de weverij', aan 'Anneken de dochter' en aan 'Goerdt den soon', aan 'Lennertt den soon', 'aen Goort Janssen meester om syn ambacht voor te leeren', voor 'eem gecocht heytveldeken', voor 'het hoij meijen'.
Getuigen: G. Roeffs en Peter van Valderen, schepenen