Notaris-, schepen- en andere akten

3 Hendrik Rietman, wonende te Erp, als curator (aangesteld op 22-01-1808 door de schepenen van de Rechtbank van Maasland) van de “verhandligten” boedel van meester Leonard van Duren, hofraad bij het gewezen Hof van Beijeren en oud-landschrijver van stad en land van Ravenstein, verkoopt openbaar de volgende goederen. Een hecht, sterk en weldoortimmerd huis en erf met een klein tuintje en bleekveld daarbij gelegen, nummer 48, staande in de Winkelstraat te Ravenstein, met diverse boven- en benedenkamers, ruime keuken, pomp, kelder etc, een zijde Vos van Avezaat, andere zijde Ieremans, voor de Winkelstraat, achter de stadswal. De koper ontvangt de huursom van 80 gulden over 1808. De goot tussen dit erf en dat van Vos van Avezaat is ten laste van de koper. De muur achter het bleekveld tussen dit erf en dat van Vosch is ten laste van Vosch. De kachel die in de muur van het achterkamertje is gemetseld blijft staan. Een deel van het kippenhok wordt niet verkocht, omdat het door de bewoner zelf is gebouwd. Tweede koop is een superbe tuin, beplant met de beste vruchtdragende bomen en bijzonder ingericht tot een goede moeshof, gelegen even buiten de stad Ravenstein, een zijde en einde de stadsgracht, andere zijde de heer A. Mosk, andere einde een weg. Akte niet afgemaakt.

2 Hendrik, Willemijn en Matijs van Krugten, wonende te Ravenstein, verkopen openbaar, een grutmolen, huis, achterhuis en erf met hof daar achter, te Ravenstein in de Markstraat, tussen de huizen van Johannes van Vechel en Arnoldus Schoonenberg. De hof ligt tussen weduwe Rijkxe en Johannes van Vechel. De loden geut tussen dit erf en dat van Johannes van Vechel is gezamenlijk, zowel in bezit als in onderhoud. Gereserveerd wordt alles wat tot de bakkerij behoord; de liggende plaat in de keuken; het kantoortje in het voorhuis; de bedstede op de overloop; de meelmaten; het ledikant in de kamer. De koper kan gedurende 6 jaren de helft van de koopsom schuldig blijven tegen 5 % rente. De grutmolen is voorheen een dwangmolen geweest, volgens papieren in bezit van de verkopers. Ingezet door G. van Roosmalen op 1650 gulden en nog 250 hogen. Willem van Mulkom en bode Jan van Gulik zijn borg. Op 12-02-1808 wordt de verkoop definitief.

1 C.H. Werner, notaris en procureur, wonende te Ravenstein, voor zichzelf en namens zijn vrouw Genoveva Poulina Vos van Avezaat; mede als lasthebber van de eerwaarde heer E.D. Vos van Avezaat, van de heer F.J. Vos van Avezaat, van mejuffrouw Henrica Rijniera Vos van Avezaat; P.M. Serwier, getrouwd met J.E. Vos van Avezaat en als lasthebber van zijn broer J.B.G. Serwier, getrouwd geweest met Geertruda Maria Vos van Avezaat, van juffrouw M.J. Vos van Avezaat, van Adriana Anna Vos van Avezaat, weduwe Geursoelle (akte 14-11-1806 voor schepenen van Ravenstein); verkopen openbaar de volgende goederen, hen aangekomen door overlijden van hun moeder, weduwe T.F. Vos van Avezaat. Eerste koop: een hecht, sterk en weldoortimmerd huis en erf, met grote schuur en hof, te Ravenstein in de Winkelstraat, met diverse boven- en benedenkamers, ruime keuken met pomp, extra grote kelder, washuis, bleekveld, een zijde de verkoper, andere zijde (doorgehaald: Jeremans) meester L. van Duren, voor de straat, achter de stadswal. De geut tussen dit huis en dat van Van Duren is ten laste van Van Duren. De muur achter aan het bleekveld is ten laste van aankoper. De heg tussen dit huis en het kleine huis (= volgende koop) hoort bij deze koop. Ingezet door B.A. de Jong voor 1050 gulden. Tweede koop: Een hecht, sterk en weldoortimmerd huis en erf met moeshof, te Ravenstein, een zijde en een einde de stadswal, andere zijde de verkoper, andere einde de Winkelstraat. De gast tussen dit erf en de vorige koop is gemeenschappelijk. Ingezet door Ger. Martin voor 350 gulden. Akte niet afgemaakt.