Notaris-, schepen- en andere akten

77 Missive van rentmeester Tengnagel op een rekest van Michiel Horreman prelaat van de keizerlijke abdij van Echternach in het hertogdom Luxemburg parrage van het Huis van Oostenrijk en Albert Ferdinand Baron van Bierens luitenant kolonel in dienst van Zijne Koninklijke Majesteit van Spanje, mitsgaders kapitein onder diens Waalse Gardes verzoekende dat de goederen gehorende aan het Onze Lieve Vrouwe altaar in de kerk van Oss uit annotatie mogen worden ontslagen en men de vruchten en inkomsten daarvan, sedert 1731 door het kantoor der geestelijke goederen genoten, gerestitueerd ten einde aan de 1e suppliant zijn dominium feudale mag geconserveerd blijven en de 2e suppliant, nadat hij als successeur feudaal door de 1e suppliant zal zijn verheven met de gifterschap of het recht van collatie van voorschreven altaar behorende faculteit om daarvan de gifte en collatie te doen aan iemand die volgens de wetten en plakkaten van het land gekwalificeerd is, van met dit giste, onder approbatie van haar Ho: Mo: te mogen worden begunstigd, zo en gelijk haar Ho: Mo: deze faculteit aan alle andere particuliere collateuren van beneficies in de Meierij van ’s-Hertogenbosch; een kopie gaat naar de generaliteitsrekenkamer.

26 Missive van de hoogschout van stad en meierij van ’s-Hertogenbosch R.B.R. Grave van Rechteren en van de raad en rentmeester generaal der domeinen van de 14e ter voldoening van de resolutie van 26 september 1755 met een beschouwing op het rekest van o.a. Willem van Geffen president te Lithoijen, Adriaan van Krevel president te Kessel, Joost van den Engh president te Heesch, Johannis Verhoeven president te Oss, Francis Cornelisse president te Nistelrode, Willem de Cort president te Geffen, Gerrit Linders schepen te Nistelrode, en Huybert van Nauhuys geërfde onder Lith, allen in kwartier Maasland i.v.m. het afbreken van de Schutlakensedam in de polder van het Hoog Hemaal en tevens op een bericht van Abraham Verster stadhouder van de kwartierschout van kwartier Maasland. – zie ook folio 211

22 Rekest van Gijsbertus Josephus Bonaarts uit Oss in kwartier Maasland die zich had gewend tot de Raad van State op 1 juli 1755 en had daarin verzocht dat de suppliant en zijn opvolgers mochten worden verklaard gerechtigd te zijn, conform de verkrijgbrief van Hertogin Johanna van Brabant en de confirmatiebrief van Hertog Jan van Brabant om in het vervolg te begeven en te vervullen het vorsters- en schuttersplaatsen van Osch, Berghem, Heesch, Nistelrode en Lithoijen, zonder dat in net vervolg het verzoek om approbatie van haar Ho: Mo: in handen van de hoogschout van ’s-Hertogenbosch wordt gesteld om advies en dat het verzoek om approbatie van genoemde schuttersplaats van Nistelrode, wat nog door de Ho: Mo: in deliberatie wordt gehouden, door de suppliant ten behoeven van Johannes Rijsterborgh gegeven mocht worden gecomprehendeerd [= ineen trekken, begrijpen, bevatten] in de akte van approbatie door de Ho: Mo: als vorster van Nistelrode op 3 juni jl. verleend; toch wordt een kopie gezonden naar de hoogschout van stad en meierij van ’s-Hertogenbosch ter advisering aan de Ho: Mo:. – zie ook folio 205 [reactie van de hoogschout], folio 257

99 Missive van Abraham Verster stadhouder van de kwartierschout van Maasland geschreven te Oss op een rekest van Willem van Geffen president te Lithoijen, Adriaan van Krevel president te Kessel, Joost van den Engh president te Heesch, Johannen Verhoeven president te Oss, Francis Cornelisse president te Nistelrode en Huybert van Nauhuys geërfde onder Lith allen in kwartier Maasland over het amoveren van de Schutlakensedam. – zie ook folio 543