Notaris-, schepen- en andere akten

41 Missive van ontvanger Van Palland op een rekest van mr. Henricus Josephus van Kerrenbroek gehuwd met Allegonda Maria de Meijer eerst weduwe van mr. Johannes Ignatius van Ekart in zijn leven gewoond hebben de te ’s-Hertogenbosch en aldaar overleden, te kennen gevende dat mr. Johan Ignatius van den Ekart enige tijd voor zijn overlijden een testament heeft gemaakt en kort daarna is overleden zijn, en daarna vrienden en erfgenamen van genoemde Ekart aan de ene kant en zijn nagelaten weduwe aan de andere kant voor schepenen van ’s-Hertogenbosch procedures waren ontstaan, waarin o.a. werd gecontroverteerd [getwist] of de genoemde Maria de Meijer verplicht was het gemelde testament van haar man van den Ekart na te omen, dan wel of zij zich volgens de costuimen van ’s-Hertogenbosch als erfgenaam meubilair kon gedragen en dat hangende die procedures de voornoemde Maria de Meijer in het laatst van januari 1731 mede is overleden zijnde, nalatende de suppliant [mr. Henricus] tot haar enige universele erfgenaam en hij daarom verplicht was de 20e penning van de goederen van de nagelaten weduwe te voldoen; onder die goederen werden enige schuldbrieven gevonden ten laste van de navolgende corpora: ten laste van Helmond 3000 gl., van Berlicum 4000 gl., van Tongerlo [maar waarschijnlijk bedoeld Tongelre bij Eindhoven] 600 gl., van Tilburg 1500 gl., ten laste van Gijsbert Karsmans 2000 gl., een obligatie van 1000 gl. ten laste van het corpus van Sint Oedenrode [met details] – zie ook folio 170

100 Missive van de schepenen van ’s-Hertogenbosch inhoudende dat Michiel van Nieuwstad procureur voor het gerecht van Helmond aan hen te kennen heeft gegeven dat hij ter zake van een overtreding van de ordonnantie van het generaliteits klein zegel aan hem ten laste gelegd door de advocaat fiscaal van Brabant was beboet voor een bedrag van 400 gl. waarop een sententie van de Raad van Brabant is gevolgd [met details]

45 Verbaal van de heren die de verpachting der tienden hebben geregeld met de volgende berichten: het betalen vanuit de kantoren der geestelijke goederen de traktementen van de rectoraten te Oss, Helmond en Oisterwijk, de combinaties van kerken binnen de Meierij van ’s-Hertogenbosch; te Helmond is de rector tevens Duits schoolmeester voorlezer en koster te Rixtel en zijn traktement; de combinatie van de kosters- en organistplaats te Helmond; reglement i.v.m. predikanten en adjuncten welk reglement in extenso staat uitgeschreven; klachten van de diaconie van ’s-Hertogenbosch wegens 1/3 part van 3000 gl. door de overleden hoogschout Keppel genoten ter zake van een begaan overspel; de kerkenraad of diaconie van Tilburg i.v.m. enige acties gericht tegen de erfgenamen van de overleden hoogschout Keppel; bericht van de curators van het dorp Breugel; de inventaris van het meubilair in het logement van het land te ’s-Hertogenbosch

150 Missive van Philip Jacob van Borssele van der Hooghe raad en rentmeester generaal der domeinen van Brabant in kwartier ’s-Hertogenbosch op een rekest van de regenten van Bakel, Deurne, Asten en Someren in kwartier Peelland aangevende dat de ingezetenen veel turf steken als bestaansmiddel en de klot of peelturf proberen te verkopen, maar meer dan 8, 9 of 10 uren verwijderd liggen van ’s-Hertogenbosch en daarom die turf eigenlijk nergens anders heen kunnen brengen dan naar Helmond en Eindhoven als de steden die het dichtste bij liggen nl. op een afstand van 4 à 5 uren waar dan de turf verkocht kan worden, wat hen met het heengaan en terugkeren een hele dag kost met een halve nacht en dat ze bovendien van hun karren ook nog 4 penningen bruggeld moeten betalen en voor weggeld 12 penningen en voor accijns of klotgeld of turfgeld 1 stuiver, rakende voor iedere kar 2 stuivers, terwijl te Eindhoven de turf verkocht wordt voor 18, 20, 22 0f 24 stuivers en verzoekende dat aan die van Eindhoven, als van geen octrooi van haar Ho: Mo: of van haar Ed: Mo: voorzien zijn mag worden geïnterdiceert [= verboden] om in het toekomende het genoemde klotgeld niet meer tot laste van de supplianten ingezetenen te vorderen en zo zij te eniger tijd octrooi mochten komen te verzoeken en te obtineren, dat als dan der supplianten ingezetenen niet meer mogen worden belast dan met 8 penningen van ieder klot of turf [er staat: torf] en verders gelieven goed te vinden en te verstaan, dat supplianten omtrent het weggeld zullen kunnen volstaan met het betalen van 8 penningen voor een kar met beslagen raderen en 6 penningen voor een onbeslagen en dat deze zaak desnoods na verhoor van de raad en rentmeester generaal der domeinen van Brabant de plano en zonder vorm van proces mag worden afgedaan. Het rekest wordt op zijn inhoud nader onderzocht door de thesaurier generaal Van Heim