Notaris-, schepen- en andere akten

127 Rekest van Anselmus van Wesel korenkoper te ’s-Hertogenbosch te kennen gevende dat hij ter instantie en requisitie van Otto Juijn stadhouder van het kwartier van Maasland in het begin van dit jaar aan de dorpen Nieuwkuijk, Drunen, Cromvoirt, Rosmalen, Nuland, Lith, Maren en Alem enige rogge heeft geleverd die gegeven is aan mensen die door de hoge watervloed geheel en al waren geïnundeerd en volgens rekening ging het om een bedrag van 862 gl. en verzoekt om een ordonnantie van betaling

180 Missive van de raad en rentmeester generaal Weveringh van Holij op een rekest van de erfgenamen van Joost van Rijswijk uit Udenhout, Peter Gerritz van de Pas en Marten van Liempt uit Haaren als ook Cornelis Wijgaers en Johan van Gemert burgers van de stad ’s-Hertogenbosch aangevende dat aan hen toekomt een perceel weiland onder Cromvoirt en nog 2 percelen onder Lierop genaamd de Haasdonk en het Voorste Velt in de Hasselt en nog een deel van een perceel groes onder Lierop in de Grote Hasselt met nog een heiveld te Oerle, met verzoek deze percelen te mogen uitmoeren – zie ook folio 753 verso

32 Missive van de raad en rentmeester generaal der domeinen van Brabant Weveringh van Holij op een rekest van Johanna van Rijsinge weduwe van wijlen G.Schaats en Nicolaas van Mierlo uit Eindhoven en een rekest van Anna Andro uit Vught als ook van Johan van Gemert uit ’s-Hertogenbosch die verlof aanvragen om van tijd tot tijd een stuk groes te mogen uitmoeren in resp. Tongelre, onder Nuenen, onder Haaren in de Belversestraat groot omtrent 1 mergen en een perceel groes onder Vught genaamd de Vlasmeer groot 1 lopense en ten slotte een stuk weiland groot omtrent 3 ½ morgen in de polder van den Ham onder Cromvoirt - zie ook folio 198

71 Verbaal van de commissie die langs de Maas is getrokken met de volgende korte berichten: de leen- en tolkamer te ’s-Hertogenbosch zal worden aangeschreven om een nieuw concept van een ordonnantie betreffende de houtschatten over de Meierij te formeren; rekest van Herman Nouhuijs deurwaarder te ’s-Hertogenbosch i.v.m. een bedrag van 400 gl. aan het kantoor van ontvanger Van Huffel; aanbesteding van het ordinaris metsel- en timmerwerk te ’s-Hertogenbosch aangenomen door Johannes van der Kindt voor een som van 4200 gl. jaarlijks; het maken en zetten van 4 nieuwe schuiframen in het commandeurshuis in de stad aangenomen door Johannes avn der Kindt voor 20 0gl.; het ordinaris onderhoud van alle nieuwe werken die in de jaren 1736 en 1737 zijn gemaakt aangenomen door Pieter Romer voor 1400 gl. per jaar; het ordinaris onderhoud van de metsel- en timmerwerken op fort Crevecoeur alsmede het onderhoud van de nieuwe werken aldaar aangenomen door Cornelis Pardijk voor 1170 gl. per jaar; voorstel om enige bomen staande op de wallen te ’s-Hertogenbosch die te dicht bij elkaar zijn geplant daar weg te nemen en te verkopen; rekest van Hendrik Bekkers en Aart Smit te kennen gevende dat zij ieder een tuin hebben uitkomende op de stadswallen en dat ze ontriefd raken door vijf bomen aldaar die in slechte staat verkeren en twee ervan staan dicht tegen hun omheining aan die als het ware wordt weggedrukt met een verzoek die vijf bomen te verwijderen en de 1e suppliant wil graag aan de noordoostzijde zijn omheining vernieuwen en als reactie op dit rekest wordt ingenieur Draak verzocht de bomen te verwijderen en te verkopen en de opbrengst te geven aan ontvanger Bosschaart die ze in zijn rekening kan verantwoorden; voorts is besproken een rekest van kolonel De Guij commandeur van ’s-Hertogenbosch te kennen gevende dat hij had begrepen, dat volgens de besteding der nieuwe werken aldaar het rijswerk van die werken zou zijn ten profijte van de aannemer wat altijd een emolument [= genot, gewin]