Ten laste van Martinus Martens, te Cuijk wonende en ten behoeve van de Roomsch Katholijke Kerk van Cuijk, groot in hoofdsom een honderd vijftig guldens rentende jaarlijks vier ten honderd.
Door Martinus Kuijpers, wonende te Linden, Kanton Grave, en zijne huisvrouwe johanna Piepers, solidair schuldig beleden. ten behoeve van den Roomsch Catholijken Armen van Cuijk, groot in Kapitaal vier honderd vijftig guldens, renten - de jaarlijks 4½ ten honderd.
Ten laste van Hendrik van der Logt te Haps en ten behoeve van Joannes Franciscus Kerstens te Boxmeer woonachtig, groot in kapitaal twaalf honderd gulden, rentende5 tenhonderd
Ten laste van 1e Theodora Mulders, weduwe van Arnoldus Jans 2e Joannes Jans 3e Martinus Jans, te Cuijk woonachtig, en 4e Henricus Jans in den Briele in garnisoen, voor welken laatsten zij de rato caveren ; ten behoeve van Lambertus Manders mede te Cuijk woonachtig; - groot in kapitaal zeven honderd gulden, rentende vijf ten honderd.