van onroerende goederen te Beugen en te Haps toebehoorende aan Adriana Louise Wijbelingh en Gerlacus Ribbius Paletier beiden te Utrecht, Juliana Catharina van de Voordt weduwe van Augustinus Thijssen te Beugen en anderen en Reinier Christiaan Alphonsus van Cranenburgh te Haarlem, aan Hermanus Hermans te Haps voor f 9675,= ; aan Antonius van Daal aldaar voor f 900,= en aan Willem Baltussen aldaar voor f 2125,=
van onroerend goed te Cuijk zijnde westelijk en oostelijkafgepaalde gedeelten van sectie A nummer 1752 te Cuijk samen groot ongeveer 7.30 aren voor f 1400,= aan Gerardus Cruijsen te Cuijk en sectie A nummer 1089 te Cuijk met uitzondering van afgepaalde noord-westelijke hoek van dat nummer groot ongeveer 12 aren, zijnde het gekochte ongeveer 44.10 aren voor f 1510,= aan Henricus Johannes Smits te Cuijk.
van onroerende goederen te Haps door Hendrik Gerrits aldaar, zijnde de perceelen sectie A nrs. 246, 758, 759, 1136, 1115, 1116, 1140, 1141, 1203, 1206 en 1208 en sectie B nrs. 1020 en 670, samen groot 8.64.01 hectare aan Cornelis Schoenmakers te Malden voor f 18.000,= en Haps sectie B nr. 1641 groot 85.80 aren aan Gerardus van Wanroij te Haps voor f 1600,=
van onroerende goederen te Cuijk zijnde: bouwland te Cuijk, sectie C nr. 1570. groot 2-82-30 hectaren. En wel het Noordelijk afgepaald deel groot ongeveer 87 aren, aan Lambertus Willems te Cuijk voor f. 2815,- Het middendeel zooals afgepaald, groot ongeveer 96-30 aren voor f. 2825,- aan Johannes Petrus Willems te Cuijk. Het Zuidelijk afgepaald deel groot ongeveer 1 hectare voor f. 2700,- aan Arnoldus Wientjes te Cuijk.