Notaris-, schepen- en andere akten

59 Missive vanuit de generaliteitsrekenkamer ter voldoening van de Ho: Mo: resolutie dd. 11 juni 1692 als advies op een missive van rentmeester Frans van Heurn geschreven te Sint Oedenrode op 16 mei jl. op een rekest van Cornelis hoofdschepen te ’s-Hertogenbosch die heeft verzocht o mde collatie van een beurs of beneficie genaamd de kapel van Milheeze gedaan door de Heer Hermont [of is Helmond bedoeld] aan zijn suppliants zoon Johan Hooft.

41 Missive van ontvanger Van Palland op een rekest van mr. Henricus Josephus van Kerrenbroek gehuwd met Allegonda Maria de Meijer eerst weduwe van mr. Johannes Ignatius van Ekart in zijn leven gewoond hebben de te ’s-Hertogenbosch en aldaar overleden, te kennen gevende dat mr. Johan Ignatius van den Ekart enige tijd voor zijn overlijden een testament heeft gemaakt en kort daarna is overleden zijn, en daarna vrienden en erfgenamen van genoemde Ekart aan de ene kant en zijn nagelaten weduwe aan de andere kant voor schepenen van ’s-Hertogenbosch procedures waren ontstaan, waarin o.a. werd gecontroverteerd [getwist] of de genoemde Maria de Meijer verplicht was het gemelde testament van haar man van den Ekart na te omen, dan wel of zij zich volgens de costuimen van ’s-Hertogenbosch als erfgenaam meubilair kon gedragen en dat hangende die procedures de voornoemde Maria de Meijer in het laatst van januari 1731 mede is overleden zijnde, nalatende de suppliant [mr. Henricus] tot haar enige universele erfgenaam en hij daarom verplicht was de 20e penning van de goederen van de nagelaten weduwe te voldoen; onder die goederen werden enige schuldbrieven gevonden ten laste van de navolgende corpora: ten laste van Helmond 3000 gl., van Berlicum 4000 gl., van Tongerlo [maar waarschijnlijk bedoeld Tongelre bij Eindhoven] 600 gl., van Tilburg 1500 gl., ten laste van Gijsbert Karsmans 2000 gl., een obligatie van 1000 gl. ten laste van het corpus van Sint Oedenrode [met details] – zie ook folio 170

78 Missive van rentmeester Tengnagel te kennen gevende dat men aan zijn kantoor schuldig is een mud rogge aan het beneficie parmis (?) en een rente van 1 gl. 8 st. aan de beneficiaten van ’s-Hertogenbosch de eerste ten name van Jan Janssen van der Hagen resterende 1723 en de andere ten name van Jan Willems van der Hagen resterende 1721 waarvan de gelders of hun erfgenamen niet te vinden zijn geweest en waarvan zelfs al in het jaar 1725 een verklaring is gegeven door de regenten van Sint Oedenrode , maar na veel onderzoek is toch ontdekt op wiens naam ze stonden nl. Wilhelmus Verkamp en Gijsbert Rooijakkers [met details]

150 Missive van rentmeester Tengnagel met executies tegen enige rentegelders met de resp. bedragen waarbij genoemd worden: Peter zoon van Goijert Jansse van Dinther te Sint Oedenrode aan Hendrik Hendrix van Aarle, Anthony Aart Janssen te Bakel aan Jan Peter Jacobs, een huis te ’s-Hertogenbosch ten name van Gijsbert van Geffen, Peter Claes Wilbert Liebregts te Beers aan Wilbert Jansse Wilborts, Peter Jansse van Gerwen aan Adriaen Vos, de weduwe Hendrik Jacob Lambert te Nuenen aan Jan Slegers en Jan Janssen van Deinsen, de kinderen van Hendrik Jan Teunisse te Veghel aan Jan Joosten, goederen te Sint Michielsgestel die hebben toebehoord aan de weduwe en kinderen van Adriaen Brox, Lambert Peter Paulus te Gerwen, het godshuis de H.Geest