Notaris-, schepen- en andere akten

26 Verzoek van Jacob Hendrix van Deursen om te Erp te registreren: Herman Cremers, gemachtigd door en waarnemende het Comptoir van Martinus del Tombes, rentmeester der geestelijke goederen Peelland, Legt beslag op huis, hof en land te Erp in de Hoolstraat, enerzijds de erfgenamen Peter Leunis, anderzijds de weduwe Teunis Jan Schepers, een eind de straat, ander eind de visgraaf. Nog twee stukken groes en teelland te Erp in de Pals, enerzijds en een eind Jan Willem Jans, anderzijds Tonij Peter Hendricx, ander eind de gemeente. Nog stuk land en groes in de Pals, enerzijds Jan Willem Jans, anderzijds de weduwe Willem Eijcken, een eind de erfgenamen Rob Joris, ander eind Jan Joosten. Nog een stuk teelland aan de Mostersehoeve bij Leunis van Deursen. Deze percelen waren van Jan Hendricx van Deursen, en zijn door deurwaarder Michiel de Gazee, gemachtigd door voorn. dhr. Cremers, publiek verkocht aan Jacob van Deursen te Erp voor F 230,--. Akte gepasseerd ‘s-Hertogenbosch 4-8-1713.

30 A. van Roij, rijksdeurwaarder, als ontvanger der verponding over 1809, verklaart bij authorisatie te Lieshout op 18-05-1810, na voorafgegane sommatie, met voorkennis van de schout van Erp, in beslag te nemen en in handen te stellen van de Hoge Overheid, de vaste en onroerende goederen gelegen te Erp en staande ten name van Johannes Willem Vervoort, wonende te Erp, bedragende te samen met de Thiende verhoging, over het jaar 1809, de som van 13 gulden, 7 stuivers en 8 penningen, met de kosten van dien daarom reeds voldaan en nog te voldoen.

29 A. van Roij, rijksdeurwaarder, als ontvanger der verponding over 1809, verklaart bij authorisatie te Lieshout op 18-05-1810, na voorafgegane sommatie, met voorkennis van de schout van Erp, in beslag te nemen en in handen te stellen van de Hoge Overheid, de vaste en onroerend goederen gelegen te Erp en staande ten name van de kinderen Christ Smulders, wonende te Erp en elders, bedragende te samen met de Thiende verhoging, over het jaar 1809 de som van 5 gulden, 9 stuivers en 9 penningen, met de kosten van dien daarom reeds voldaan en nog te voldoen.

28 A. van Roij, rijksdeurwaarder, als ontvanger der verponding over 1809, verklaart bij authorisatie te Lieshout op 18-05-1810, na voorafgegane sommatie, met voorkennis van de schout van Erp, in beslag te nemen en in handen te stellen van de Hoge Overheid, de vaste en onroerende goederen gelegen te Erp en staande ten name van de weduwe Joost Hanegraaff, wonende te Erp, bedragende te samen met de Thiende verhoging, over het jaar 1809 de som van 15 gulden, 5 stuivers en 6 penningen, met de kosten van dien daarom reeds gedaan of nog te voldoen.