Notaris-, schepen- en andere akten

19 Rekest van de roomse ingezetenen van het dorp Udenhout en Berkel in kwartier Oisterwijk die permissie vragen om de huidige kerkschuur te mogen vergroten met drie stijlgebinten ter lengte van 32 à 33 voeten aan de westkant en tot dien einde te mogen incorpereren een stukje van het erf of den hof die er bij is gelegen en toebehoort aan Hendrik Berkelmans onder betaling van de 40e penning; de zijmuren te vergroten ter dikte van 1 ½ steen op de hoogte van 12 ½ voet zoals de zijmuren van de huidige kerkschuur zijn; de westgevel, nu hoog 12 ½ voet doch omdat het niet geankerd heeft kunnen worden, afgeborsten, te mogen optrekken tot een hoogte van 20 voet om de gordingen van de grootgebinten daaraan te kunnen vastmaken; voorts in plaats van vier vensterkozijnen en een deurkozijn zoals in de tegenwoordige kerkschuur te zien is, als nu alleen te stellen een deur breed 3 ½ voet en hoog 10 voeten met 2 vaste glasramen boven de deur; voorts in de te ondernemen verlenging van de muur aan de zuidzijde 3 vensterkozijnen te plaatsen en ook 3 aan de noordzijde ieder met vast glas en een opendraaiend raam, breder aangegeven op de tekening; voorts in de kerkschuur te mogen maken twee appartementen nl. een als sacristie en de ander als spreekkamertje waarvan de gemelde deur de ingang zou zijn met ijzeren spillen in de kozijnen van de twee appartementen en boven deze deur, ter voorkoming van diefstal, alles gemeten binnenwerks met rijnlandse maten; voorts daarin te doen stellen en maken of repareren drie altaren, twee biechtstoelen, communiebank, een nieuwe preekstoel als ook alle stoelen en banken en de verdere gewone ornamenten welke in de roomse kerkschuren tot verrichting van de roomse godsdienst worden gebruikt;

12 Rekest van Cornelis Segbroek secretaris te Haaren Enschot Heukelom en Berkel in kwartier Oisterwijk over het insturen van de dorpsrekeningen [uitgebreide tekst in 3 kolommen].

45 Rekest van Cornelis Segbroek secretaris van Haaren Enschot Berkel en Heukelum in kwartier Oisterwijk verwijzend naar een resolutie van 15 juni 1729 waarin was geordonneerd dat de rekening van ieder dorp binnen het 2e jaar waar over gerekend werd moest worden ingestuurd naar de leen- en tolkamer te ’s-Hertogenbosch, in welk rekest hij ingaat op diverse onderdelen van die rekeningen en een kopie van dit rekest werd doorgestuurd naar de Haagse heren belast met de Meierijse zaken [met veel details over 2 ½ kolom].

69 Rekest van Willem Mos en Hendrik Block vorsters van Oisterwijk Udenhout Haaren Enschot Berkel en Heukelom in kwartier Oisterwijk i.v.m. hun vast traktement als vervanging van het ophalen van de oogst, paaseieren, nieuwjaarsgiften, kermisgiften etc. met als onderverdeling: Oisterwijk 50 gl. en voor Udenhout 48 gl. ; een kopie wordt doorgestuurd naar de kwartierschout van Oisterwijk.