Notaris-, schepen- en andere akten

78 Latijnse akte waarin genoemd worden:
De eerwaarde heer en meester Gisbertus Coeverincx, de cathedrale kerk van Sint Jan Evangelist, zijn graf bij het altaar van Sint Martinus nabij hetm graf van Genoveva de wettige dochter van meester Lambertus de Broegel en weduwe van Petrus Gisbertu Levinis van der Coeveringe zijn moeder en het graf van zus Petronella, 24 kaarsen waarvan 20 van 2 pknd en 4 van 2 ½ pond, het cathedraal kapittel, Carolus Kleijnaal, verkoop aan Gerardus vande Santvoort, de Bossche schepenen, 13 juni 1513, in het boek van Peter van Os, een erf in de Vughterstraat, 12 juli 1442, Henricus Gooswini, transport aan Cornelius Johannis, de Heer Joes de Helmont, Dominus Joannes de Gorchem, het Convent van de Wilhelmieten alias de Baseldonc, de predikheren van de orde van St. Dominicus, de broeders van de observatie der Minderbroeders, het College van de Societeijt Jesu Cruciferorum, de zusters van de Derde Regel in Haga [ter Haghe] in Eindhoven, het groot college der theologie, Dominus Wilhelmus Fabritius, Leonardus Lessei, Johannis Leonardi ab Hasselt, Leuvense professoren, een legaat aan de zussen van Gerardus van den Heuvel van de Zwarte Zusters, zuster Petronella Joosten [Judoci], zuster Joanna van der Watere, de kerk van Rixtel, de Zeereerwaarde Heer Bisschop van ’s-Hertogenbosch, het ponticicaat van de heilige Clemens viii, de Zeereerwaarde Heer Franciscus Sonnij de eerte bisschop van Antwerpen en ’s-Hertogenbosch, de Zeereerwaarde Heer Hubertus Myrchei kanunnik van de zalige Maria te Antwerpen, Magister Joannis Hessely, de Zeerwaarde Heer Martinus Rithovij bisschop van Ieperen, professor in de heilige theologie te Leuven, de eerwaarde Heer en Meester THeodoricus van der Mer Bossche kanunnik, de abt van Tongerloo, episcopaat van Kamerijk [Cameracensis], Eerwaarde Heer Aartsdiaken Bruijnincx aartspriester Bontro. penitentiarius Kivits, Cantor Vossio, Hermanus bisschoppelijk vicarius, kanunnik Kelders. de Heer Judocus Bungelaerts, Leonardus Plas,

77 Op huijden den dertiensten augustij anno xvi c ende dertien, comparerende voor mij notario openbaer ende den getuijgen naer g enoemt in sijne propre persone d’eerweerdigen ende discrete heere Jan Daems van Nuenen priestere, vice deecken, canonick ende scholater tot Oirschot, ende heeft deselve heere comparant mits desen geapprobeert ende geratificeert de voors. sijne fundatie, ende alle de clausulen ende conditiën daerinne vanden beginne totten eijnde begrepen, ordinerende ende begerende oversulcx de voors. heere comparant denselven sijne fundatie metter daet naegegaen, ende bij een ijegelijck volbrocht te worden reserverende niettemin de voors. heere Jan sijn vrije machte, vermogens oock de clausule die aengaende inde voors. fundatie begrepen, de voors. fundat ie te mogen veranderen, vermeerderen ende verminderen, ofte oock in heel ofte deel te mogen casseren soo den voors. heere comparant dat (geduijrende sijnen leven) gelieven sal, versuekende de voors. Heere Johan hier van acte notariael ende deselve acte immediate bij dese fundatie gevuecht te worden, aldus gepasseert ten woonhuijse mijns notaris staende binnen s’Hertogenbossche int eijnde vande Peperstraet, ten daege maent ende jaer voors. in presentie van den Eerweerdigen Heere Daniel van Emmerick pbr. canonick van St.Jans Evangelisten cathedrale kercke der voors. stadt ende M.Aert van Balgoijen als gelooffweerdige getuijgen, onderteeckent aldus J.Daems priester [282] Daniel van Emmerick pbr. Aert van Balgoijen, daer onder stont geschreven ende ick Aert Petersz. van Hees openbaer notaris bijden Rade van Brabant geadmitteert, over s’geens voors. is gerequireert, onderteeckent Aert van Hees, van dese copie metten originale geteeckende acte verificere ick Gerradt Kempen pbr. als openbaer geadmitteert notaris, oirconde etc. signatum G.Kempen – leger stont naer voirgaende collatie is dese van woorde tot woorden bevonden t’accoderen met het originael, bij mij ges: notaris inden Rade van Brabant geadmitteert

76g [VERVOLG AKTE 7]
COLLATOIRS
Item ick versuecke oock ootmoedelijck ende deputere collateurs der vacante beurssen, die eerweerdige heeren mijn heeren den poenitentiarius der cathedrale kercke vanden Bossche, ende den prior des convents van de Predicheeren derser stadt, ofte bij gebreecken van hun sijnen hoochsten leefmeester altertijt sijnde, welcke heeren provisoirs, collatoirs ende visitateurs ick geve volcomen commissie ende verleende volmacht inden eersten om goede kennisse te nemen, vande beurssieren die in dese fundatie sullen worden geadmitteert [280] achtervolgende den voors. regel ende andere conditiën hier voor verhaelt, onder nochtans conditie ende restrictie om altijts te moeten favoriseren ende prefereren scholaers van cleijnder macht ofte goeden van meeder deucht en grooter hoope, ende van perfecter staet, die van kints aen geheel vrij van alle ketterije ende boeverije inde vreese Godts opgevoet sijn – Dese heeren collateurs versocht sijnde vande heeren proviseurs sullen gehouden wesen tot alle geraemde vergaderinge persoonlijck nae vermogen te compareren, end einder convocatien, examinatie ende oock daer buijten neerstelijck te compareren, sonder oock te gedoogen datter ijets goets sal verloopen, oock wesende verobligeert, om in alle sinceriteijt, goetwillicheijt ende getrouwicheijt altijts te helpen inden iersten wel bequaem mede collateurs designeren ofte assumeren – Item die goeden ende gerechticheden conserveeren ende defenderen, de reeckeninge behoorlijck gedaen lauderen, die vruchten defenderen, die questien impedieren ende decideren ende oock alle dese comfraterniteijten, litmaeten ende saecken hertelijck patrocineren ende getrouwelijck promoveren.
Ende ten lesten om tegen alle de opcomende swaricheijt te versien ende oock om alle onnutte costen te verhoeden soo ende in wat manieren ende hoedanige, die schier oft morgen souden mogen oprijsen, egeen uijt gescheijden, alsulcken geschil ende swaricheden sullen alleen bijde proviseurs ende

76f [VERVOLG AKTE 6]
Item ende soo haest alsser eenige renten gelost oft gequeten mochten worden, die selve terstont salmen soo haest alst mogelijck sal wesen, ter selver naturen wederom beleggen op goede sufficiënte onderpande, ofte goede oude renten daervoor coopen, welcke panden die alnoch beleeght mochten worden al [278] moeten gelegen wesen binnen der meijerije vanden Bossche ende t’selffde al nae goetduncken vande heeren proviseuren deser fundatie.
VANDER RECOGNITIE VANDE HEEREN PROVISEURS ENDE COLLATEURS
Item ick maecke elcke van de twee heeren proviseurs ende den twee heeren collateurs deser fundatiehier naer gedesigneert elcken vier Carolus gulden jaerlijcx den welcken van dese respective sal gelieven buijten deser fundatie last oft cost deurchdelijck te administreren, patrocineren oft assisteren, ende op den reeckendach de reeckeninge te hooren ende passeren etc.
Item oock onder de last, dat zijlieden de voors. beurssiers binnen deser stadt van den Bossche alle jaer tweemael sullen visiteren met den rentmr. deser fundatie om etc.
Item een ijegelijck beurssier sijn eerste misse celebrerende, sal die voors. rentmr. uijtreijcken twee Carolus gulden – item aen den geene die in ascensu de classe ad classen seu in artium promotione primus sal wesen, sal denselven rentmr. uijtreijcken eene ngulden.
Item aenden schoolmeester vanden beurssier die primus sal sijn geweest, oock eenen gulden hoopende alsoo met Godts gratie hier van t’samen, soo priesteren als primos in ascensu alle jaer doorgaens te hebben, ende te verwachten twee ofte drie int getal, sonder alsoo dese maeckselen jaerlijcx ontrent beloopen ses gulden soude alsoo tsaemen maecken dese maeckselen totten beurssiers als vroechmisse tot Nuenen ende voors. schoole dominicael ende festivael ende die gagie vanden provisoirs ende collatoirs met oock die voors. tien gulden sijn uijtbrengende jaerlijcx ontrent [278r] vijff hondert gulden ende vijff ende veertich gulden blijven alsoo noch