Notaris-, schepen- en andere akten

723 Willem Adriaen Jacops, verder Leonart en Herbertken zijnde zijn broer en zus, Henrick van Hal als gemachtigde voor Peeter Arien Jacops, elk voor een zesde deel (van 7 delen), nog handelend voor Jacop Arien Jacops en Maria Arien Jacops ook voor een zesde zevende deel, verder Arien Leonaerts en Willem Ariens als voogden over de kinderen van Jan Michiels ook voor een deel, hebben verklaard een deling te hebben gemaakt. De 6 eerste comparanten krijgen een huis met de grond ervan groot ca. 66 roedes gelegen te Boxtel onder Tongeren, met boomgaard, tuin, etc., belendend de gemeenschappelijke straat, Michiel Dirck Geerts, Sijmon Janssen over d'Aa. Daaruit 3 oort als chijns te betalen en het 7e deel van 100 gulden kapitaal aan Robbert van den Berckenbosch en het huis te mogen houden voor 50 gulden eens danwel het later te verkopen voor alle erfgenamen, met nog een keuter ploegrecht met het 2, 3e en 6e lot samen. Nog krijgen ze 66 roedes teulland, belendend het deel ervan afgedeeld, de gemeenschappelijke straat, genoemde Michiel. Daaruit 3 oort chijns en het 7e deel van 100 gulden te betalen. Nog 66 roedes land, berlendend de gemeenschappelijke straat, genoemde MIchiel, genoemde Sijmon, het deel ervan afgedeeld, Huijbert Martens, Peeter Geerts, Michiel Henricks. Daaruit 3 oort chijns en het 7e deel van 100 gulden. Nog krijgen ze 66 roedes teulland belendend de gemeenschappelijke straat, Robbert van den Berckenboscg, het deel ervan afgedeeld. Daaruit het zevende deel van 100 gulden te betalen. Nog 66 roedes land, belendend het deel ervan efgedeeld, de gemeenschappelijke straat, Anthonis Henricks. Daaruit het7e deel van 100 gulden te betalen. Nog krijgen ze 66 roedes land, belendend het deel ervan afgedeeld, de gemeenschappelijke straat, Anthonis Henricks. Daaruit het 7e deel van 100 gulden te betalen. De laatste 4 loten moeten onder Tongeren 5 bomen opruimen die zijn gemerkt.

698 Jan zoon wijlen Adriaen Goijaerts verwekt bij diens vrouw wijlen Oeda dochter wijlen Jan Damen, verder Laureijs Janssen en Goijaert Marttens als voogden over Jenneken minderjarige dochter van wijlen Adriaen en Oeda, verder Adriaen Eijmberts als gemachtigde voor Goijaert Dircks Goijaerts als man van Maria dochter van genoemde Adriaen en Oeda, allen daarin voor een helft, verder Goijaert Jacops als man van Enneken dochter van genoemde Adriaen en Oeda, Jan Lamberts als man van Elisabeth dochter van Adriaen, verder Goijaert Jacops als man van Emken, zijde beiden dochters van Arien en Emken, die ook nog handelen namens Heijlken zijnde de zuster van hun echtgenotes, hebben verklaard met Roelof Andriessen, prezident-schepen bij afwezigheid van de officier een deling van het bezit te hebben gemaakt dat ze hebben geerfd van hun broer Adam zoon van genoemde Adriaen Goijaerts. In deze deling krijgen genoemde Goijaert Dircks, Jan Adriaens en zijn zuster Jenneken een stuk akkerland gelegen te Boxtel onder Lennisheuvel, belendend ootswaarts Goijaert Dircks, westeleijk daarvan afgedeeld, de tafel van de H. Geest, de gemeenschappelijke straat. Daaruit jaarlijks de grondchijns van 2 stuivers 2 penningen aan de heer van Boxtel te betalen. Genoemde Goijaert Jacops, Jan Lamberts en Helene krijgen het vierde part van een stuk akkerland ter zelfder plaatse gelegen, belendend de andere drie vierde delen, Goijaert Dircks, de H. Geest. Nog krijgen ze het vierde deel van een hooibeemd aan de Wechmanssteegde onder Liempde, belendend het mannenhuis te Esch, Peter Henricks, de heer van Boxtel, de gemeenschappelijke pad daar. Nog krijgen ze het vierde deel van een stuk hooiland genoemd de Laeckbeemd, gelegen te Liempde, belendend Jan zoon Jan Niclaes Goossens en meer anderen, Lijsken weduwe van Lambert Jan Reijnders, de rivier de Dommel, de erfgenamen van heer Goossen Gerarts. Daaruit jaarlijks uit de Wechmansssteegde de 13 penningen grondchijns te betalen aan de heer van Boxtel.

697 Jan zoon wijlen Adriaen Goiajerts verwekt bij diens vrouw wijlen Oeda dochter wijlen Jan Daemen, verder Laureijs Janssen en Goijaert Marttens als voogden over Jenneken minderjarige dochter van wijlen Adriaen en Oeda, verder Cornelis van de Nouwlandt secretaris alhier en Adriaen Eijmberts als gemachtigde voor Goijaert Dircks zijnde ruiter in de compagnie van kapitein Wintelroij, in dienst van de staten van Holland garnizoen houdend in Den Bosch als man van Maria dochter van genoemde Adriaen en Oeda, allen daarin voor een helft, verder Goijaert Jacops als man van Enneken dochter van genoemde Adriaen en Oeda, Jan Lamberts als man van Lijsken dochter van Adriaen en Oeda, welke Goijaert en Jan Lamberts nog handelen namens Heleena zijnde de zuster van hun echtgenotes, maken een deling van het bezit dat ze hebben geerfd van hun broer Adam zoon van genoemde Adriaen Goijaerts. (akte is niet afgemaakt en begint opnieuw, met een kleine wijziging).

685 Corstiaen Janssen van Hees als voogd van Wilhelma dochter van Jan Antonis Wouters van Tuijl, verder Wouter Antonis Wouters van Tuijl als voogd over Geertruijt dochter van genoemde Jan Antonis en verder Antonis Jan Antonis Wouters van Tuijl die voor zichzelf handelt, hebben verklaard een deling te hebben gemaakt van het bezit dat ze van hun voorouders hebben geerfd. Genoemde Corstiaen Janssen ten behoeve van Wilhelma krijgt het woonhuis, schuur, boomgaard, tuin, hofstad en land samen groot ca. 5 en een halve lopenzaad gelegen te Boxtel onder Gemonde, belendend Aert Wouters, de gemeenschappelijke straat. Daaruit 3 stuivers een oort chijns aan de heer te betalen. Genoemde Wouter Antonis Wouters ten behoeve van Geertruijt krijgt een akker teulland groot ca. 7 lopenzaad 14 roedes, genoemd Opten Rundgraeff, belendend Antonis Jan Antonis waarvan is afgedeeld, een lopenzaad genoemd de Rundgraef, Arien Rijckers de oude. Genoemde Antonis Jan Antonis krijgt het huis, schop boomgaard en wat land, groot ca. 6 lopenzaad 30 roedes, alhier te Boxtel aan de Langenberch, belendend Michiel Willems, Huijbert Geerts van Doren aldaar afgepaald, de gemeenschappelijke mestweg. Verder een lopenzaad land dat Antonis is teoebedeeld aan de Rundgraef daar, belendend Geertruit waarvan is afgedeeld, de kinderen van Gerit Jan Schellen, de rundgraef daar, Dirck Huijbert Mattijssen. Daaruit een half vastenavondhoen als chijns aan de heer van Boxtel te betalen.Genoemde delers doen over en weer afstand van aanspraken op elkaars erfdeel en beloven de deling gestand te doen en alle lasten samen af te handelen. Men zal elkaar overpad verlenen. Actum als voor.