Voor mij notaris verschenen Gerit Zeberts Westerlaecken en zijn zoon Jan Westerlaecken verder Hendrick Jansen Spierincks en Goijaert Teunisse Strick als eigenaars van enkele teullanden gelegen in de Reijndonck alhier in Den Dungen, verder Jan Aerts Huijberts als huurder van een bepaald erf gelegen in de Reijndonck, die ten behoeve van Jacob Cornelis Commers verklaren dat in het jaar 1689 de binnenwateren in de Reijndonck zo hoog zijn gestegen dat de landerijen van hen als deponenten rondom de teullanden van Peter minderjarige zoon van Jan Jan Martens dat wordt gebruikt door genoemde Jacob Cornelis Commers zodanig onder water waren gelopen dat de gebruiker van dat erf weinig voordeel van de ingezaaide oogst heeft gehad voor het jaar 1689. Daarom hebben zij als comparanten voor hun landerijnen in de Reijndonck in Den Dungen voor elk lopenzaad land 15 stuivers op de huur in mindering gebracht zoals Jan Aert Huijberts als huurder ook verklaart. De comparanten verklaren dat de bovengenoemde erven van de minderjarigen en ook hun eigen landerijen onder water waren gelopen en dat Jacob Cornelis Commers voor dat jaar ook een korting van 15 stuivers per lopenzaad zou dienen te hebben voor de 13 en een halve lopenzaad land van die minderjarigen, en wel 10 gulden 2 stuivers 8 penningen. Gepasseerd in Den Dungen in aanwezigheid van Jan Daniels van Osch en Adriaen Corst den Hartogh als getuigen, datum 19 maart 1691. Getekend : Gerard Seberts van der Westelaecken, Jan Gerits van Westelaecken, Hendrick Janssen Spierincks, Goijaert Tonissen, Jan Aert Huijberts, Jan Daniels van Osch, dit merk + van Adriaen Corsten Hartogh, mij present W. Mans notaris.
Voor mij notaris en getuigen verscheen Mattijs Jacobs van de Ven oud 70 jaar, Hendrick Janssen Spierincks oud ca. 42 jaar, beiden herbergiers en inwoners van den Dungen, als geloofwaardige getuigen en hebben op verzoek van sr. Lambert van Rosmalen ook herbergier alhier, als gewezen pachter van de de imposten op de dranken van Den Dungen over het jaar ingaande 1 oktober 1689, het volgende verklaard. Het is heb bekend dat sr. Thomas Huiberts en J. van Dockum cum suis als pachters van deze stadsimpost op de dranken voor het jaar ingaande 1 oktober 1689, ten huize van Hendrick Spierincks als een van de deponenten, op 11 oktober 1689 die inpost daar publiek hebben doen verpachten en die is toen gepacht door de genoemde requirant (Lambert van Rosmalen) en dat toen door de requirant aan de verpachters werd gevraagd of hij deze impost volgens de stadsverordeningen zou mogen innen en dat toen deze verpachters hadden geantwoord *ja gij moogt den selven impost ontvangen volgens de stadsverorderdeningen* of dergelijke woorden. De depponenten verklaren dat ze zelf bij het verpachten in persoon aanwezig zijn geweest en dat hebben horen zeggen. Ze zijn bereid zulks ook nog onder ede te bevestigen als daarom wordt gevraagd. Gepasseerd in Den Dungen in aanwezigheid van Jan Aerts van Griensven en Jan Hendrick Cuijpers, als getuigen. Datum 19 februari 1691. Getekend : Mattijs Jacobs van de Ven, Hendrik Janssen Spierincks, Willem Hendrick Smits, Jan Aerts van Griensven, Jan Hendrick Cuijpers, mij present W. Mans, notaris.
Voor mij notaris en getuigen verscheen Hendrick Hendrick Huijsmans oud ca. 82 jaar, inwoner van Den Dungen, Jan Antonis van Osch oud ca. 42 jaar en Hendrick Janssen Doncker oud ca. 44 jaar zijnde borgemeesters van Den Dungen, verder Cornelis Hendrick Huijsmans oud ca. 50 jaar, Jan Antonissen van Casteren oud ca. 56 jaar, Mathijs Jacobs van de Ven oud ca. 70 jaar en Adriaen Henricks van Osch oud ca. 73 jaar zijnde oud-borgeneesters, verder Teunis Janssen Spierincks oud ca. 53 jaar, Hendrick Hendrick Michiels oud ca. ... jaar, Poulus Hendrick van Gerwen oud ca. 30 jaar en Peter Hendrick Peters oud ca. 28 jaar, allen inwoners en *geerfden* van Den Dungen en allen geloofwaardige getuigen die het volgende hebben verklaard op verzoek van heren schepenen van Berlicom. Ze verklaren dat het heb bekend is dat de meeste landerijen van de parochie en heerlijkheid van Berlicom zeer laag zijn gelegen en omdat ze geen dijk om hun gemeente hebben en er diverse waters doorheen stromen en het water jaarlijks stijgt, deze landerijen door dat hoge water jaarlijks onderlopen zodat de granen die worden ingezaaid verdrinken en het hooi en weilanden ongeschikt worden zodat er weinig oogstopbrengsten zijn van deze akkers en hooilanden voor de inwoners van Berlicom. Het water staat niet alleen in de winter zeer hoog maar het gebeurt ook dikwijls in de zomer dat de landerijen onderlopen en wel 2 of 3 keer dat er opnieuw ingezaaid moet worden. De getuigen verklaren dat ze allen dichtbij deze heerlijkheid van Berlicom wonen en het dikwijls zowel in de zomer als winter hebben aanschouwd. Ze zijn bereid zulks later alsnog onder ede te bevestigen. Aldus gepasseerd in Den Dungen op 13 december 1690 in aanwezigheid van Peter Janssen van Gerwen en Jan Adriaens van der Donck.
Voor mij notaris verscheen Goort Hendrick Rademaeckers wonend te Bakel(?) oud ca. ... jaar, Anthonis Hendrik Goossens wonend alhier in Den Dungen oud ca. 30 jaar en verklaren ten behoeve van de Dungense schippers dat ze vandaag op 6 juni voormiddags met de schuit van Roelof Cornelissen, schipper in Den Dungen door de kleine Heeckel in de stad zijn gekomen en dat de veerman die over de stadsgracht gaat de passagiers over ... een duit te betalen en dat korte tijd erna de vrouw van Willem Cornelissen zijnde veerman van deze Heeckel naar de schuit is gekomen en voor de tweede keer aan elk van de passagiers nog een duit heeft afgeperst, ondanks dat de passagiers aan de veerman zeiden dat ze al eerder een duit aan de veerman hadden gegeven, waarover de deponenten zich hogelijk verbaasden, om tot drie keer toe veergeld te hebben moeten betalen, n.l een keer aan de Dungense schipper die heb had overgebracht, een keer aan diegegene die heb door de kleine Heeckel vervoerde en nog een keer terug. Ze zijn bereid deze verklaring alsnog onder ede te herhalen. Aldus gepasseerd op Den Dungen in aanwezigheid van Philip Mans schoolmeester te Gestel en Wouter Cornelissen van Hannen alhier wonend. Datum 6 juni 1690. Getekend : Gerit Hendricks, Teunis Hendrick Goossens, P. Mans getuige, Wouter Cornelissen van Hanna, mij present W. Mans notaris.