Onder de ontvangsten worden onder andere vermeld inkomsten 'van een vercochte acker genaemt den Pals, gelegen onder Erp' en 'van een halff vercocht huijs', te Erp aen Loijeijnt.
En onder de uitgaven: aan de secretaris en schepenen van Erp voor het beëdigen van de voogden, 'lanthure' die de vader van de minderjarige kinderen nog schuldig was, voor 'een kerre peeltorff', voor 'ijserwerck soo spaeij, schoep, tangh als andersints', de dorpslasten te Erp, voor 'wittebroot ende bier voor een sieck kijnt', reparaties aan het huis, voor 'twee paer schoenen voor Jan Tonissen ende syn broeder'.
Getuigen: Jacob Albert Prouning, officier, en G. Roeffs, Jacop van der Hagen en Handryck handryck Martens, schepenen
Bijschrift: het slot van de rekeninh is op 08-09-1664 betaald. Getuige: .. van der Hagen, absente secretarius auctorisatus