Notaris-, schepen- en andere akten

19 Op verzoek van Peter van den Hoogen, landbouwer in de Helstraat te Reek, weduwnaar van Hendrika Cornelissen, overleden te Reek op 30-06-1845, voor zichzelf en als vader en voogd over zijn minderjarig kind Anna Maria van den Hoogen, oud 7 jaren en van Willem Cornelissen, landbouwer te Zeeland als toeziende voogd; opmaken van de inventaris. Inboedel wordt geschat op 284,75 gulden.

60 Op verzoek van Theodora van den Elzen, zonder beroep te Reek, weduwe van Antoon van den Hoogen, overleden te Reek, voor zichzelf en als moeder en voogdes over haar twee minderjarige kinderen genaamd Hendrica, oud 11 jaren en Johannes, oud 7 jaren; Peter van den Hoogen, landbouwer te Reek, toeziend voogd; opmaken van de inventaris van het sterfhuis staande op het Ven te Reek. Inboedel inclusief twee geiten wordt geschat op 80 gulden. Het nieuw gebouwd huis bij het Ven te Reek staat op grond en heide in erfpacht van de gemeente Reek. Er is een schuldbekentenis van 150 gulden ten laste van Hermanus de Bruin en Hendrik van der Meulen.

32 Op verzoek van Hendricus Reijs, metselaar, getrouwd met Maria van Brienen; Johannes Wilhelmus van Brienen, timmerman, allen wonende te Reek, de laatstgenoemde ook optredend als gemachtigde van Adrianus van Engelen, koetsier, en zijn huisvrouw Maria van Londen, eerder weduwe van Wilhelmus van Brienen, beiden wonende te ’s-Hertogenbosch; en als curator over de krankzinnige Christiaan van Brienen, zonder beroep, in het krankzinnigengesticht te ’s-Hertogenbosch; en als toeziend voogd over de twee minderjarige kinderen van wijlen Wilhelmus van Brienen en Maria van Londen, met namen Clara Johanna en Petrus Waltherus; Egbertus Essers, landbouwer te Velp is toeziend curator; opmaken van de inventaris in het woonhuis van de eerste comparant, uitmakende de nalatenschappen van wijlen Johannes van Brienen en zijn vrouw Petronella Braks, beiden overleden te Reek, op respectievelijk 27-02-1868 en 08-12-1858. De inboedel wordt geschat op f 624,95. Aan kontanten is er f 175,65. Als schuld is er een rekening van dokter van der Burgt te Schaijk van f 3,80. Onroerend goed: onderhandse koopakte van 09-05-1840 waarbij Johannes van Brienen voor drievierde gedeelte eigenaar wordt van Reek sectie A 175, D 288, D 289 en D 290. Koopakte van 11-05-1848 voor notaris van der Heijden te Ravenstein van een vierde gedeelte in uiterwaard in de Wijth te Velp, sectie C 6. Machtiging is bijgevoegd.

6 Op verzoek van Theodorus van der Schans, zonder beroep, wonende te Reek, als voogd over de minderjarige kinderen van wijlen Petrus van Kuppeveld, overleden te Reek op 05-01-1867 en zijn vrouw Catharina van der Schans, overleden te Reek op 19-07-1866, met namen: Martina en Johannes van Kuppeveld en op verzoek van Johanna van Kuppeveld, landbouwster te Reek, in aanwezigheid van Gerardus van Kuppeveld, landbouwer te Reek, als toeziende voogd; opmaken van de inventaris in het sterfhuis van Petrus van Kuppeveld te Reek, wijk A 42. O.a een os, drie koeien, een maal, 2 kalveren, twee vette varkens, acht jonge varkens met een waarde van f 1385,05. Aan kontanten f 92,01. Een akte van scheiding en deling van 24-04-1853 voor notaris Verstraten te Mill met aanbedeling van Reek, sectie D 111, 112, 113, 115 tot en met 119, en 582. Schulden: f 100,- aan Cornelis van Geffen, dienstknecht te Reek, wegens dienstloon; f 120,- aan Maria van Kuppenveld, dienstbode te Reek, wegens geleend geld; f 55,- aan Francis Nooijen, landbouwer te Reek wegens geleend geld; f 30,- aan dokter van der Wielen te Uden wegens geneeskundige hulp; f 50,- aan Johannes Geurts, landbouwer te Schaijk wegens geleend geld; f 113,50 aan Johannes Verhoeven, dienstknecht te Reek wegens geleend geld; f 125,- aan Gerardus van der Heijden, notaris te Ravenstein, wegens hooigras en eimat; f 104,22 aan Verkuijlen, smid te Reek, wegens smeedloon; f 17,50 aan Louis Smits, kaarsenmaker te Reek, wegens geleverde kaarsen. Totale schulden: f 888,115.