Notaris-, schepen- en andere akten

131 Jan Derx van Thiel en zijn vrouw Ijda Gerrits bekennen 70 gulden Hollands schuldig te zijn aan Johan Bax, oud borgemeester en de gemeijntsman van Ravenstein. Borg is Aert Thomas Vissers.

82 Hermen Meulendijck en zijn vrouw Mechtildis Davervelt en Peter Wilms, mulder tot Hees [Heesch] in de Meijerij van 's-Hertogenbosch, en zijn vrouw Maria Hermen Wellen, bekennen samen 1700 Caroli guldens schuldig te zijn aan de Gereformeerde kerk te Ravenstein. De eerste comparanten geven in onderpand: een stuk land genaamd de Loonsche Hoeven, groot circa 2,5 morgen, gelegen te Overlangel, een zijde de Maasdijk, andere zijde Thonis Hermens, een eind de gemene straat, andere eind Peter Jans; Nog twee akkers land op den Camerhof te Herpen, een eind op de Armen cameren, andere eind de gemene straat; De andere comparanten geven in onderpand hun huis en hof te Schaijk, een eind Henrik Loeffens Busken, andere eind op de Schaijksche Straat, een zijde Rut Hermens, andere zijde de Wetteringh; nog het bouwland waar de schuur op staat te Schaijk, groot circa 2 morgen. Aflossing op 07-11-1713 bij Petrus Busman in naam van de kerkenraad.

77 Sijmon van Wees en zijn vrouw Hendrina van Hoochstraten bekennen 150 Caroli guldens schuldig te zijn aan mester Jan tot Ravensteijn. Onderpand zijn hun goederen te Herpen. Afgelost op 25-04-1709 bij Jan van Gemert.

76 Jan Erckelens en zijn vrouw Driesken Marcelissen bekennen 125 gulden Hollands schuldig te zijn aan Derrik Cort Jans Hocks. In plaats van rente geeft Jan vier hond weiland of hooiland in gebruik aan Derrik. En nog twee hond weiland of hooiland gelegen te Berghem in de Meijerij, genaamd Cuijgense meer, naast Aart Jan Lamberts en Derrick Hoeckx. Onderpand is twee morgen hooiland, genaamd de Strijbembden, gelegen te Deursen, omrijdende met Joachim Clasen. Afgelost op 13-08-1719 bij Claes Jansen, in naam van zijn vrouw, erfgename van Derk Cort Jans, door de pastoor van Huisseling die het onderpand heeft gekocht. Drieske tekent als Derriske.