Notaris-, schepen- en andere akten

41 Erfdeling tussen Claes Henderik Frenssen, Henderik van den Hurck man en momber van Heeske Henderik Frenssen, Jan Nelis Jan Vossen man en momber van Dirriske Henderik Frenssen en Tomas en Aert Dirrik Henderik Frenssen en Marij Dirrik Henderik Frenssen geassisteerd door haar gekozen momber, allen kinderen en kleinkinderen van Henderik Frenssen en Maria Wilbert Paeters, in leven echtelieden van alle grondgoederen die Peeter Henderik Frenssen hun broer, zwager en oom heeft nagelaten. 1e lot: Jan Nelis Jan Vosse: een huis en hof land op Dampseleijndt ter plaatse genaamd de Horscuijlen groot 9 kleine vatzaden met de houtwas e.z. Claes Gerrit Hermens, a.z. de weduwe Jacob Evers, e.e. de gemene straet, a.e. Jan van Meuwens camp; een stuk teulland op tHeemelrijck groot 5 kleine vatzaden met het hout e.z. Gerrit Meuisse, a.z. Jan Nelis Jan Vosse, e.e. Jan Welt Jochems, a.e. Jan Peeters Verhoeven; stuk teulland genaamd tNeuwlandt op tHeemelrijck groot 2 ½ vatzaden met de houtwas e.z. de weduwe Heijlke Willem Aert Claessen, a.z. Claes Willem Coek, e.e. de Bossestraet, a.e. Peeter Geurt Govers erfgenamen; helft van 4 hond op Franckenbeempt omrijdend met Jan Janssen Ruvers e.z. weduwe Coninx, a.z. Jan Janssen Ruvers, e.e. de Weeteringh, a.e. den Paelackersse dijk. Dit lot is belast met kapitale som van 250 gulden te betalen aan Johan Francis van Blootenburch, kapitale som van 300 gulden aan Wolleffsvincker en kapitale som van 100 gulden aan de heer Vercammen. Jan Nelisse zal jaarlijks beuren van Claes Gerrits Hermens 14 stuivers, zijnde het aandeel dat Claes Gerrits moet betalen in het kapitaal van 100 gulden ten behoeve van de heer Van der Cammen. 2e lot: Claes Henderik Frenssen: stuk teulland in de Heijscheut groot 4 kleine vatzaden met de houtwas e.z. Dielis Willems, a.z. Peeter Meegens, e.e. de Bossestraet, a.e. de erfgenamen Nelis Franssen;

32 Erfdeling door Antonij Florisse Cops, Jan, Walraven en Gerrit Florisse Cops, broers, Jacob van Uden man en momber van Erke Florisse Cops, allen kinderen van Floris Tunisse Cops en Jenneke Jan Crocken, echtelieden, van de goederen van hun overleden ouders. 1e lot: Antonij Florisse Cops: een huis, hof en houtwas in de Coorenstraedt onder deze vrijheid Oss in het geheel groot 7 vatzaden e.z. de weduwe Michel Hermens, a.z. Lindert van Heumen en de voorschreven weduwe, e.e. de voorschreven Lindert van Heumen, a.e. de gemene straedt, jaarlijks belast met een aantal cijnzen en renten te weten: 8 gulden aan de raadsheer Zebers wonende te Brussel en na aan Rennier van Os als rentmeester wonend te s-Bosch, een cijns van 2 gulden te betalen te ’s-Bosch aan het geestelijk kantoor de heer Tingnagel, 2 gulden en 10 stuivers jaarlijks aan het boven gemelde kantoor, een cijns van 1 gulden en 8 stuivers te betalen als voor, een jaarlijkse cijns van 11 stuivers aan de Baselaers te ’s-Bosch, een rogpacht van 2 vaten rogge jaarlijks aan de Armen van Osch; aan medecondividenten moeten contante bedragen betaald worden: Tonij Florisse Cops moet op 2-2-1717 aan Walraven betalen 92 gulden, aan Jacob van Uden 92 gulden binnen een jaar ofwel Lichtmis 1717, aan Jan Florisse Cops 63 gulden binnen 3 maanden. 2e lot: Gerrit Florisse Cops: 6 vatzaden teulland op Krakenburch onder deze vrijheid e.z. de weduwe Michel Hermens, a.z. Lindert van Heumen, e.e. Peeter Willems van Haaren, a.e. het eerste lot, jaarlijks belast met een rogpacht van 6 vaten rogge aan de Armentafel van Oss. Gerrit moet binnen 3 maanden aan Tonij Florisse 50 gulden. 3e lot: Jan Florisse Coops: een stuk teulland groot 2 vatzaden in den Roeijen e.z. den Heijligen geest te ’s-Bosch, a.z. Peeter Emonts tot Berchem woonende, e.e. den Heijlige geest van Oss, a.e. kinderen Handerik Coolen, belast met een cijns van 12 stuivers jaarlijks aan de Prochiekerck tot Oss. Het lot beurt van het eerste lot 63 gulden.

22 Erfdeling door Handerik Jan Boogers, Gerrit Jan Boogers, Huijbert Peeters als man en momber van Wouterke Jan Boogers en Gerrit Jan Boogers en Handerik van Straelen als aangestelde en beëdigde mombers van de onmondige Catelijn Janssen van Straelen bij Handerske Jan Boogers, allen kinderen en kleinkinderen van Jan Boogers en IJcken Wouters van Gerruwen in leven echtelieden van de goederen nagelaten door hun ouders Jan Boogers en Eijcken Wouters van Gerruwen en de goederen nagelaten door hun grootvader Wouter van Gerruwen en hun oom Gerris Wouters van Gerruwen. 1e lot: Huijbert Peeters man en momber van Wouterke Jan Boogers: 5 vatzaden teulland op den Campt genaamd den Elleboeff e.z. Tunis Rutten, a.z. de medecondivident Henderik Jan Boogers, e.e. weduwe Jan Jansse, a.e. Jan den Dicke naast den heuvel; 2 ¼ hond broekland int Oeijerbroeck alhier onder deze vrijheid omrijdende in 1 ½ morgen van Tonij Jan Geurts cum suis, e.z. IJwen de Loeijer, a.z. Peeter Meegens, e.e. Aert Arien Wouters, a.e. sHertogenweeteringh; 2 hond teijnen Meeckelendonck op de Opperpoel e.z. Wouter Woutersse van Gerruwen, a.z. Aert Arien Wouters, e.e. de Weeteringh, a.e. de Hoeijgraeff; 2 ½ vatzaden teulland aldaar met de houtwas in Jan Snutten hoff naast het erf van Jan IJwens, e.z. Jan IJwens, a.z. Henderik Janssen van den Boogert de medecondivident in deze, e.e. Jan Aert Birten, a.e. de Meulenstraet, belast met een cijns van 1 gulden en 7 duiten jaarlijks aan het kantoor van de geestelijke rentmeester de heer Tingnaegel; 4 ½ vatzaden teulland aldaar met de houtwas neffens Aert Arien Wouters hoff, e.z. Wouter Wouters van Gerruwen, a.z. Jan Arien Wouters erffgenaemen, e.e. den mistwegh, a.e. de gemene straet, jaarlijks belast met een rogpacht van de helft van 9 ½ vaten rogge samen met Wouter Wouters van Gerruwen te betalen te ’s-Bosch aan het kantoor van de geestelijke rentmeester de heer Tingnagel

20 Erfdeling door Wouter Woutersse van Gerruwen aan de ene zijde en Handerik Jan Boogers, Gerrit Jan Boogers, Huijbert Peeters als man en momber van Wouterke Jan Boogers en Gerrit Jan Boogers en Handerik van Straelen als aangestelde en beëdigde mombers van de onmondige Catelijn Janssen van Straelen bij Handersse Jan Boogers aan de andere zijde, allen kinderen en kleinkinderen van Wouter van Gerruwen en Truijcke Janssen Scheurmans in twee loten. 1e lot: Wouter Woutersse van Gerruwen: een huis en hof land, berg, boomgaardje en houtwas aen de Reuijsstraet groot 4 vatzaden en 18 roeden e.z. de gemene straet, a.z. Jan van Gemert, e.e. de gemene straet, a.e. de erfgenamen Handerik Bants, belast met jaarlijks 2 gulden en 12 stuivers in een meerdere cijns of pacht van 6 gulden met Jan van Gemert aan de Groenroede van Worcum te ’s-Hertogenbosch, 2 stuivers en 8 penningen jaarlijks aan de geestelijke rentmeester aan het kantoor van de heer Tingnagel (=doorgehaald) en 100 gulden kapitaal te ’s-Hertogenbosch aan de ‘quesel’ (=kwezel) te ’s-Hertogenbosch. Dit lot moet binnen 8 dagen 150 gulden aan de andere medecondividenten betalen; de helft van 1 morgen groesland int Oeijerbroeck e.z. beneden Jan Michels cum suis, a.z. boven Russell, e.e. sHertogsweeteringh, a.e. Jan Peeters cum suis; de helft van 16 hond groesland in den Opperpoel onder deze vrijheid, e.z. goederen van geestelijcke rentmeester, a.z. medecondividenten, e.e. de Ossensse Weeteringh, a.e. de Hoeijgraeff; de helft van 2 morgen op den Rusheuvel alhier, e.z. de professoors landt (= doorgehaald) Kerckelandt, a.z. dem condividenten, e.e. de Leemcuijlen, a.e. de Ganssensteech; de helft van 9 vatzaden teulland naast Aert Arien Wouters hoff met de houtwas e.z. Aert Arien Wouters, a.z. de condividenten, e.e. de mistwech, a.e. de Meulenstraet, belast met de helft van 9 ½ vaten rogge jaarlijks aan het kantoor van de geestelijke rentmeester de heer Tingnagel