De tiende indictie van het pausdom van paus Gregorius de 18e paus en toen is verschenen voor de openbare notaris en getuigen Meester Adriaen Appels priester en beneficiaat in de parochiekerk van Oisterwijk wonende binnen ’s-Hertogenbosch welke testateur ziek op bed ligt en zijn testament wil laten opmaken via de gebruikelijke formulering etc. [665] waarna de legaten volgen: aan de Sint Jan te ’s-Hertogenbosch 4 st. eens; aan de kerkfabriek te Oisterwijk voor reparatie en onderhoud een jaarlijkse en erfelijke rente van 9 gl. per jaar en een pacht van 17 lopensen rogge die hij geldende is aan Pauwels Hessels te Berkel volgens een Oisterwijkse schepenbrief; idem aan genoemde kerk van Oisterwijk 50 Rijnsgl. volgens een Oisterwijkse schepenschuldbrief die Adriaen Blocx en zijn zoon Cornelis aan de testateur schuldig waren; aan de H.Geesttafel van Oisterwijk een erfcijns van 13 Rijnsgl. die de H.Geesttafel hem schuldig was [665r] waarbij worden genoemd de altaardienaars in de kerk van Oisterwijk en dat de altarissen of altaardienaren gebonden zullen zijn aan de feestdagen van de transfiguratie [gedaanteverandering] des Heren, Sint Antonius, de H.Kruisvinding, de onthoofding van St. Johan Baptist om als dan te zingen de gehele getijden of horas canonicas; idem aan het Convent van de zuster ter Borcht van Sint Maria geheten den Ulenborch binnen ’s-Hertogenbosch een erfcijns van 6 gl. die Jenneken, de zus van de testateur, zal ontvangen; idem aan de Joffrouwen nonnen in het Groot Gasthuis van ’s-Hertogenbosch een erfcijns van 6 gl. die Henrick de zoon van Lambert van Hees dient te betalen ‘behoudelijck dat Barbara des testateurs nicht haer leven lanck de voors. rente ontfangen sall ende dat met consent van haer overste’; [666] een legaat van 6 gl. aan de ‘Susterkens des Convents van Oisterwijck’ welke bedrag een zekere Jan van Boxtel c.s. moest betalen volgens een Oisterwijkse schepenbrief;