Notaris-, schepen- en andere akten

855 Jan en Gertruij Cornelisen, broer en zus, maken een testament op de langstlevende. Als een van de testateuren nog gaat trouwen en kinderen achterlaat, dan zullen die alle goederen van testateuren erven.

852 De gezamenlijke kinderen van Cornelis Jansen en Florentin Sebers delen de nalatenschap van hun ouders als volgt: Jan den jongere en zijn zus Gertruijd krijgen alle roerende goederen, zoals huisraad, inboedel, vee en anderszins en verder het huis en hof te Overlangel aan de dijk, groot 7 hont. Hiervoor moeten ze 352 gulden en 10 stuivers betalen aan de vier andere staken. De resterende goederen zijn in twee delen gelegd: Jan den oudere en Marie Cornelisen krijgen een bouwland genaamd de Weiens, groot 1,5 morgen; en nog 10 gulden van het volgende lot. Marie Cornelisen, getrouwd met Cornelis Wilms en haar broer Sebert krijgen een morgen in de Hoeven, naast Martinus Elsterman. Dit lot moet 10 gulden betalen aan het vorige lot. De schulden bedragen 290 gulden, namelijk 100 gulden ten behoeve van de Armen van Ravenstein, 100 gulden ten behoeve van Jan van Merle en nog 90 gulden ten behoeve van Jan en Gertruij bovengenoemd. Jan en Gertruij zullen die schuld op zich nemen, maar dat wordt afgetrokken van de uitkering van 352,50 gulden, zodat resteert 193 gulden en 7 stuivers. Verder zullen ze ook de lopende schulden van 155 gulden en 13 stuivers voldoen tegen verrekening, zodat nu nog 55 gulden en 7 stuivers resteert. Lager stond: Jan Cornelisen den jongere en zijn zus Gertruijd beklagen zich beklaagd over de uit te keren 352,50 gulden, wegens “misslagh en quaet begrijp”. Daarop wordt besloten om die verplichting als voldaan te beschouwen. Er hoeft niets meer te worden betaald. Ravenstein 25-01-1725.

847 Derck Wouters van de Camp en Judith Grats maken huwelijkse voorwaarden. Ze trouwen niet in gemeenschap van goederen. De winst en verlies van het huwelijk zal wel half om half verdeeld worden. Als de bruidegom als eerste komt te overlijden, zonder nakomelingen uit dit huwelijk, dan krijgt zijn bruid 100 rijksdaalders uit zijn boedel. Als de bruid als eerste komt te overlijden, zonder nakomelingen uit dit huwelijk, dan krijgt de bruidegom 125 gulden uit haar boedel.

834 Jan Vos en zijn vrouw Marie Jansen legateren elkaar het vruchtgebruik van hun goederen. Ze benoemen hun kinderen tot hun erfgenamen, te weten de voordochter van testateur en de voordochter van testatrice, ieder voor de gerechte helft. En bij vooroverlijden hun nakomelingen. Ze herhalen hier nogmaals de eerder gemaakte akte van eenkindschap.