Notaris-, schepen- en andere akten

87 Verbaal van de gecommitteerden die in commissie langs de Maas zijn geweest met de volgende berichtgeving: dat voortaan op de verpachting der gemene middelen over de Meierij van ’s-Hertogenbosch iedere plaats of dorp niet meer dan één persoon tot last van het corpus zal mogen sturen naar ’s-Hertogenbosch vergezeld van een behoorlijke autorisatie van de regenten om zich als pachter van het corpus en de regenten als borgen in de verpachtovereenkomst te doen stellen; de hoofdlijsten van elk dorp die niet waren geformeerd volgens art. 7 van de ordonnantie op het gemaal ten plattenlande van 31 januari 1716 en de resolutie van 27 oktober 1729; een consideratie of het wel noodzakelijk is dat de bomen van de wallen van fort Isabella met palissaden blijven bezet en dat het bestek van het ordinaris onderhoud en vernieuwen van de palissaden bezwaard blijven, gezonden zal worden aan de directeur generaal der fortificaties Hertell met last, om bij het aflopen van het bestek van het ordinaris onderhoud van het fort daar acht op te slaan en te overleggen of zulks noodzakelijk is en of het derhalve uit het nieuwe bestek gelaten kan worden; te gelasten aan de aanwezige ingenieurs een rij lindebomen aan de ene zijde en enige losse bomen aan de andere zijde, staande bij ’s lands ruiterstallingen op het Begijnhof aldaar, als mede die, welke staan voor het huis van de provoost, in geval ze aan het land behoren, in dit najaar publiek te verkopen en de penningen daarvan te voldoen aan ontvanger Bosschaart; dat bij het expireren [= aflopen] van het bestek van het onderhoud van ’s lands bruggen te ’s-Hertogenbosch in het nieuw bestek zal worden gesteld, dat de vernieuwing van een of meer van de 11 houten bruggen liggende in de Hoge Steenweg buiten de Vughter- en Hinthamerpoort die zullen moeten worden gemaakt op dezelfde breedte als die van de wegen en aan te schrijven aan directeur Bruen dat hij er zorg voor draagt dat dit in het nieuwe bestek wordt vastgelegd;

49 Vervolg op het verbaal van de tienden [zie 135 verso] met de volgende punten:
* te stellen in handen van de thesaurier generaal en de secretaris van de Raad van State een rekest van enige ledematen van de gereformeerde gemeente van Vessem en Hoogeloon met de bijbehorende stukken rakende het beroep van Cornelis Hanewinkel tot adjunct predikant aldaar om te examineren en te rapporteren, welk beroep dat door de Ed: Mo: was geaccepteerd op 3 juli 1731 zal worden uitgesteld, waarvan een extract gezonden zal worden aan de classis van Peel- en Kempenland
* voorgedragen is Geroen Gerbaden en dat zijn vader is 1696 is aangesteld tot predikant van Rosmalen en Empel maar dat die in 1707/1708 is getroffen door krankzinnigheid; de Ed: Mo: zijn vervolgens zo goed geweest op 18 oktober 1709 de classis van ’s-Hertogenbosch te autoriseren tot het beroepen van een 2e predikant en daartoe te verlenen een subsidie van 250 gl. die aan de vader van de suppliant zouden worden ‘uitgerekent’ en hij verzoekt dat zijn vader, die momenteel rond de 60 is, naar het voorbeeld van andere predikanten o.a. Dirk van Flodorp gewezen predikant te Leende, tot emeritus verklaard mag worden op het volle traktement welke voordracht nader onderzocht dient te worden en daarover verslag gedaan zou moeten worden – zie ook folio 191 verso
* rapport van Daniel de Lobel en Johan Nobel als curators over het dorp Breugel die de staat van genoemd dorp hebben beschreven
* een lijst van nonnen die zich nog ophouden in het klooster van Waalwijk nader te onderzoeken – zie ook folio 196 verso
* te autoriseren de raad en rentmeester generaal der domeinen van Brabant Van Borssele van der Hooghe om het voorste deel van de kapel van het gewezen klooster der Zwarte Zusters te ’s-Hertogenbosch, waarvan het achterste deel tot een kamer is geapproprieerd [in eigendom is toegevoegd] alwaar de leen- en tolkamer wordt gehouden, tot de minste prijs te kopen

227 Missive van de ontvangers Essenius, Smits en Van Heurn op de rekesten van Lambert van Heesch en Gerrit Bastiaense cum suis ingezetenen van Nuland en Geffen en van de regenten van Lithoijen, Lith, Empel en Orthen onder de vrijdom van de stad ’s-Hertogenbosch en tevens van de regenten van Heesch en Maren in kwartier Maasland die allen hebben verzocht om remissie op hun verpondingen; idem van de regenten van Kessel in kwartier Maasland – zie ook folio 535 verso

111 Verbaal van de tienden met de volgende berichten:
klachten van Laurens Cobes wijnroeier te ‘sBosch over Jan Auwerts pachter van ’s lands impost op de bieren over de stad [met nadere details]; aan de erfgenamen van rentmeester des Tombes wordt gelast aan Jan Peters van berenbroek pachter van ’s lands hoeve te Mierlo een som van 450 gl , een bedrag van 97 gl. 4 st., een bedrag van 246 gl. en 10 st. aan drossaard de Cort en aan de vrouwe van Mierlo en eindelijk nog, om met overleg van de huidige rentmeester de la Calmette bij moderatie te betalen der verdere onkosten gevallen ter zake van procedures door de vrouwe van Mierlo ondernomen tegen Jan Peters Berenbroek over het niet aanvaarden van het borgemeesterschap te Mierlo nl. 225 gl.; te stelen in handen van de heren Utenhove, van Haasolte en secretaris Ten Hove het bericht over de aanstelling van curators over het dorp Breugel; toe te leggen aan Mathijs van Heinsbergen schoolmeester koster en voorlezer te Enschot in kwartier Oisterwijk een jaartraktement van 150 gl. ingaande 1 juli jl. ; te stellen in handen van de heren Utenhoven, van Haarsolte en secretaris Ten Hove het geverbaliseerde op fol.39 rakende enige procedures bij het gerecht van Heusden ondernomen tegen de zuster van luitenant kolonel Woij commandeur van ’t fort Crevecoeur; de regenten van Empel Maren en Alem te gelasten dat zij voor een geschikte woning dienen te zorgen voor Jacob Proeninx schoolmeester te Gewande waarvan de onkosten gedragen zullen moeten worden bij die van Empel voor 3/6, Maren 2/6 en Alem 1/6; en eindelijk rentmeester van Slingelandt te autoriseren om op approbatie van de Ed: Mo: te verkopen de kloosters te Waalwijk en Boxtel – zie ook folio 359 verso