Notaris-, schepen- en andere akten

188 Missive van rentmeester Tengnagel geschreven in Den Haag op een rekest van Wilhelmus Keuchenius predikant te Vught en Cromvoirt in kwartier Oisterwijk met een verzoek om een adjunct i.v.m. zijn gebrek aan memorie en zwakheid van gezicht en zijn ouderdom van 69 jaren; idem op een rekest van Johannes Chemijn præceptor van de 1e Latijnse School te ’s-Hertogenbosch in welke stad 5 latijnse scholen zijn en maar 4 huizen of woningen voor de rector en præceptoren en daarom hebben de Ed: Mo: in 1714 aan de præceptor van de 1e Latijnse School een huishuur toegelegd en nadien, nadat de conrector buiten de scholen een huis had gehuurd en de eerste præceptor toen in die woning is getrokken, aan de conrector een toelage is toegekend als huishuur nl. een som van 150 gl., dat de conrector nu tot rector is aangesteld en in de woning van de rector was getrokken en dat nu alle præceptoren nu van een woning zijn voorzien, zodat de huishuur van de conrector per 1 april is gestopt; idem op een rekest van Peter Claes Wilbert Hebregts en Peter Jansz. van Gerwen die vaten rogge Beerse maat schuldig zijn aan het kantoor van Tengnagel – zie ook folio 606, 613

168 Remissie voor Anthony van Opstal cum suis pachters van de ‘Heuvelsche waegethienden’ te Tilburg; voor de regenten van Veghel is een akkoord gesloten dat ze een bepaald bedrag mogen korten op de dubbele verponding uit tienden en molens; aan Cornelis van Vrijberge ontvanger der verpondingen over het kwartier van Oisterwijk is geaccordeerd dat Willem Fericx tot deurwaarder op zijn kantoor kan worden aangesteld; Laurens van der Veen predikant te Vught & Cromvoirt en de kerkmeesters te Vught zullen worden gelast om de personen die de grote tienden te Vught trekken te sommeren tot het repareren van de kerk aldaar en bij weigering wordt beslag gelegd op die tienden; besloten is een nieuwe molensteen aan te brengen aan de molen van Hoogeloon waar tegenwoordig Andries Peters van Heeswijk mulder op is; aan Govert des Menschen pachters als fundateurs van een armmannenhuis voor drie personen in ’s-Hertogenbosch tegen een recognitiecijns van twee gulden op Sint Maarten, remissie zal worden verleend op de boete over en terzake van het stichten van genoemd huis zonder voorafgaand octrooi; aan de graaf van Berlo te Someren in kwartier Peelland wordt geaccordeerd dat de verbrande hoeve zal worden verpacht door de raad en rentmeester generaal der domeinen tegen een recognitiecijns van 20 gl. op Sint Maarten; remissie voor Joost Pieterz. pachter van de landshoeve te Tilburg.