Notaris-, schepen- en andere akten

134 Voor schepenen van Boxmeer zijn op 27 mei 1744 verschenen Joannes Odenhoven en zijn vrouw Allegundis Hoogers, wonend te Boxmeer. Hij mede als boedelhouder van zijn eerste vrouw Petronella Hoogers. Zij lenen van Johan Hendrik van Daell en zijn vrouw Derske Kerstens f. 1.400,- ter betaling van schulden uit eerste huwelijk. Als borg stellen zij huis en hof het Luinven met 20 mergen bouw- en weiland. dat bij loting en magescheijd aan hem is gekomen. Verder nog huis te Boxmeer geheten den Oranjenboom met hof samen groot 60 roeden, enerzijds naast Johan van Osch en anderzijds weduwe van Thomas Buijs en advocaat fiscaal Bodinckhuijsen. Dan nog een mergen bouwland in de Aldhof naast de weduwe Jan Hermans Croes. Halve mergen bouwland in de Lijns naast de erfgen. van Joh. Ansems. De lening is 12 mei 1751 afgelost. Als borg stellen zij huis en hof het Luijnven met 20 mergen bouw- en weiland. dat bij loting en magescheijd aan hem is gekomen.

122 Voor de schepenen van Boxmeer zijn op 12 oktober 1743 verschenen Willem Versteijlen en zijn vrouw Sijbilla Verhaagh. Zij hebben geleend van de paters Carmelieten te Boxmeer f. 200,- tegen 4% rente. Als onderpand stellen zij hun huis en hof tesamen 8½ roeden naast het erf van Gerrit Hartman en de smid Hendrick Waetervoort. De lening is 10 januari 1749 afgelost.

121 Voor de schepenen van Boxmeer zijn op 12 oktober 1743 verschenen Lucas de Greef en zijn vrouw Elisabeth van Sabele. Zij hebben geleend van de Kruisheren van Sint Agatha f. 400,- tegen 4% rente. Als onderpand stellen zij hun huis, schuur en hof, groot 48½ roeden alhier aan de Steenstraat naast het huis van Willem van Densen en van Willem Nab. De lening is 27 augustus 1764 afgelost.

119 Voor schepenen van Boxmeer zijn op 22 augustus 1743 verschenen Jan Trip en zijn vrouw Maria Aben. Zij hebben geleend van Agnes Coenen weduwe van Wil. van Valck de som van f. 300,- tegen 4% rente. Als onderpand stellen zij de heden aangekochte de wei- of hooikamp.