" Den brieff vanden rentmr. SCHUYL vanden 28e july daerbij hij adverteeert dat die van Breda eenige pachters hebben opgehaelt die PASTORALE GOEDEREN ende THIENDEN inde meyerije van hem gepacht hadden, heur Ho: Mo: gecommuniceert sijnde, hebben deselve bij appostille versocht bericht op wat fondament de verpachtinge is geschiet, als oock van 'tghene daerop is gevolcht, mitsgaders des Raedts advis wat men in desen oock behoort te doen, waerop is goetgevonden te adviseren dat men bevindt dat het aenslaen der pastorale goederen inde meyerije vanden Bosch van affstervende paepsche pastoren is geschiedende volgens heure Ho: Mo: resolutie vanden 24e meij 1633, daerbij het afsterven vande selve pastooren is vastgestelt ende dienvolgens als mede opt goetvinden van heur Ho: Mo: in julio daer naer op eenen brieff vanden selven rentmr. heeft desen raedt hem tot het aenslaen van sulcke goederen gelast, gelijck heur Ho: Mo: uyt inliggende extracten sullen gelieven te sien, zulcx dat in desen met goet fondament is geprocedeert, dat nu daertegen bij den vijandt uyt Breda met aenhaelinge vande pachters van sulcke pastorale goederen wert gegaen, meent men dat voortcomt meest door instigatie vande nieuwe pastooren inde plaetse die verstorven sijn, waeromme sulcke pretense pastooren aldaer gstelt off aengenomen tegen heur Ho: Mo: meeninge ende resolutie behoort scherpelyck verboden te worden eenige execitie aldaer te doen ende veel minder hun te bemoeyen met de pastorale goederen vande selve plaetsen ofte contrarie doende, dat men hen terstont sal doen in hechtenisse halen, daertoe den gouverneur ofte commandeur vanden Bosch oock soude mogen gelast worden;
Request van Mr. Benedictus van Tilburch licenciaat in de rechten en Mr. Henrick zoon van wijlen Bernart van Someren schilder, beide woonachtig in Den Bosch die actie hebben van Jonker Michiel de Blioul te Breda van een van 400 gl. jaarlijks op de domeinen te 's-Hertogenbosch.