Notaris-, schepen- en andere akten

179 Voorwaarden en conditien volgens dewelcke so presenteert Jan Berckmans in kragte van authorisatie van den rentmeester Paringet na gedane sommatie en renuntiatie tot verhaal van achterstaande accijns ter somme van 313 gulden, publiekelijk en gerichtelijk aan de meestbiedende te verkopen zeker huis en erve van Gerrit van Bommel staande ten noorden van de Brugstraat, oost Willem van Erckelens en west advocaat Meijer met al tgene daarin aard- en nagelvast is voornoemde Van Bommel toebehorend met alle lijdende en predominerende servituten en vrijdommen daartoe staande, zijnde vrij erf, uitgenomen s’Heren ongelde en des lands verpondinge, en een gevesticht capitaal van 300 gulden aan de erfgenamen advocaat Verheijden zaliger te vernemen jaerlicx tegens ses percent, mits betalende binnen de tijt van ses weecken te kunnnen bestaen tegens vijff vant hondert, mitsgaders ten compoire van sijn Majesteit 17 stuiver 8 penningen en vier gulden 4 stuiver jaarlijks en aan rogge 7 stuiver 8 penningen en aan het Gasthuis nog 8 stuiver 12 penningen sonder meer.(Hierna volgen een aantal voorwaarden, deze niet getranscribeert). De beterschap van de voorschreven huijsinge afgehangen sijnde op de som van 1900 gulden en gelopen op 375 gulden, daarvoor het de procureur Verhaer qualite qua heeft gemijnt en gedaan 10 hogen en half ton bier voor de manschap. Aldus gedaan ten huize van de gesubstitueerde bode ten overstaan van gesubstitueerde scholtis schepen Omelingh en De Greve en Linden 9 juni 1702. Op dato voorschreven heeft rentmeester Paringet nog gedaan 10 hogen. Den 9 juni 1702 Johannes Pruijssois doet nog 40 hogen. Den 10e dito deselver noch 20 hoogen en ½ ton bier voor de manschap. Verhaer voor de weduwe Vogelvangers en de weduwe van Rijn mitsgaders voor de kinderen van Gerrit van Bommel en doet alhier ten parcke bekent maeken dat deselve voor capitael van 100 guldens wegens resterende cooppenningen int alhier te parck gestelde huijs sijn gevest

63 Elbert Verhorst en Engelbert de Greve tuigen dat gecompareert is Willem van de Locht, so voor hem selffs en als man en momboir van Marijke Peters sijne huijsvrouwe tegenwoordich in craembedde liggende en waervoor hij hem is sterckmakende en verclaerde comparant gecedeert en overgegeven te hebben aen Johanna Peters sijns huijsvrouwe suster de gerechticheijt in seecker huijs, hoff, gort- ende grutmeulen onder der vrijheijt van Oss, so ende gelijk de comparant nomine uxoris van der selffs moeder zaliger is aenverstorven, mitsgaders alle haere verdere actie ende pretensis egeene uijtgescheijden, die hem comparant uit uit hoofde voorschreven sijn competerende. Ende sulcx voor een somme van 50 gulden.

18 Scholtis, borgemeesteren en schepenen der stad Grave doen condt en certificeren bij desen dat alhier tot Grave van ondenckelicke tijden een onfeijlbare usantie is geweest en noch is, geen vest of opdracht van onroerende goederen te doen dan bij betalinge vanden lesten termijn der bedongen en beloofde cooppenningen van dien, tgene oock darom oock ordinaris in alle coopvoorwaarden conditioneel gestelt wort, exempli gratia his verbis, de betalinge sal geschieden in twee egal termijnen, de eerste d(ee)l ? en de tweede d(ee)l? als wanneer koper sal gebeuren behoorlicke vest ende opdracht met overleveringe van de oude besegelde brieven en de bescheijden daer van sijnde.

181 Voor notaris Hoijtema in Grave is op 20 november 1782 verschenen Johanna Cuijpers, meerderjarige dochter wonend te Vleuten, thans in Grave, geassisteerd met Daniel van Walsem. Zij machtigt haar neef Johannes Cuijpers, schoolmeester te Mook om uit hand te verkopen een huis bestaand uit twee woningen met de hof aan de Agterstraat onder Cuijk en met de overige erfgenamen overeen te kopen.