Notaris-, schepen- en andere akten

310 Copie van testament gemaakt door de echtelieden Reijnnier vanden Broeck en Elizabeth Aernts, nu inwoners van Vierlingsbeek. Zij willen in de kerk of op het kerkhof van Vierlingsbeek begraven worden volgens hun stand. Zij legateren aan de huisarmen aldaar 2 malder rogge op elk van hun beider maandstond, tot reparatie van den hoogen altaer 12 gulden eens en de pastoor krijgt een rijksdaalder. Aan haar naaste erfgenamen vermaakt Liebeken de huisvrouw 2 malder rogge, tussen hen allen te verdelen en verder niets. Dit o.a. omdat zij testatrice hebben geaffronteerd in het verkopen van haar goederen te Heuckelum gelegen en deze verkoop hebben willen verhinderen. De echtelieden legateren aan Reijnner, de zoon van testateur, een stuk land aan het Hullender gelegen en aan testateurs dochters Neesken en Catharina samen een stuk land, genaamd die Voirste Montel, voor hun trouwe dienst. Deze kinderen zullen daarna gelijk met hun andere broers delen. Testatrice legateert aan de zoon van Jan Rovers, Nelis genaamd en vernoemd naar haar voorman 50 gulden, te ontvangen van zijn vader, in mindering op wat deze testatrice schuldig is. Aan een jonge zoon van Jan Bantz koster te Zevenum ook genaamd Nelis legateert testatrice 10 gulden. Verder vermaken zij alles aan de langstlevende en na hun beider dood aan de kinderen en erfgenamen van Reijnnier vanden Broeck testateur voorschreven. Het testament wordt ondertekend door Reijnner vanden Broeck, Johan Decker pastoor van Vierlingsbeek mede namens Liebeken Aerts, landschrijver Gerart Claessen Crebber, Jan op den Wijenberch, Aernt Henricx, Dirck van Langen en Jacob Janssen schepenen.

279 De echtelieden Jan Peeter Custers en Derisken maken hun testament en legateren daarbij een malder rogge aan den Armen, een rijksdaalder aan de kerk tot reparatie van den hoogen altaer en aan hun beider naaste erfgenamen een stuk land gelegen te Schaefferden. Voor zichzelf reserveren zij een stuk bos en 100 rijksdaalders. Alle overige goederen vermaken zij aan Jan Sijmons hun neef, onder voorwaarde dat hij hen tot hun dood zal onderhouden en verzorgen. Neef Jan mag de goederen meteen in gebruik nemen, met schulden en baten. Na de dood van beiden moet aan Peter Aerts, zijn huisvrouw of erfgenamen 100 gulden brabants worden gegeven en aan de armen 25 gulden.

275 De echtelieden Hanrick Frericx en Jaecxken vermaken in hun testament elk een half malder rogge aan den Armen. Metken hun dochter krijgt hun hofstad voor haar getrouwe dienst en verzorging aan testateurs gedaan en tot de dood van de langstlevende te doen. Metken zal haar broer Henrick zijn leven lang moeten onderhouden in alles wat nodig is en daarvoor krijgt zij het kindsgedeelte van Hendrick. De overige bezittingen zullen tussen Metken en de andere kinderen gelijk worden verdeeld na het overlijden van de langstlevende. De testateurs houden het vruchtgebruik.

274 Jacop Aelbouts maakt zijn testament en bepaalt hierin dat op zijn maandstonden aan den Armen van Vierlingsbeek een malder rogge of 6 gulden uitgedeeld zal worden. Zijn zoon Gerit zal zijn hofstad met bijbehorende gebouwen, gelegen tussen Jan Willems en Thijs Lenarts erven, voor de getrouwe dienst en verzorging aan testateur gedaan en tot zijn dood te doen. Aan Lijsken, testateurs dochter, moet Gerit 100 gulden betalen ook voor getrouwe dienst en verzorging en haar in het huis laten wonen tot haar huwelijk. De overige bezittingen zullen tussen alle kinderen gelijk worden verdeeld, met dien verstande dat de kinderen van testateurs dochter Subilla verwekt bij Reijner vanden Broick het kindsgedeelte van Gerit zullen krijgen.