Van een huis erf bouw weilanden en hakhout met heide staande en gelegen te Boxtel en van een huis erf twee percelen hakhout en opgaande bomen staande en gelegen te Liempde, tussen 1. Jacoba Mulders, te Boxtel, weduwe in eerste huwelijk van Antonie de Laat, in tweede huwelijk van Wilhelmus van de Meerendonk, zo voor zich zelve als in hoedanigheid van moeder en voogdesse over 1. Elisabeth Maria, 2. Maria, en 3. Hendrika van de Meerendonk, Gerardus van Schijndel, te Boxtel, tegenwoordige echtgenoot van voornoemde Jacoba Mulders, zo voor zich als in hoedanigheid van mede voogd over de voornoemde minderjarigen, 2. Helena van de Meerendonk, te Boxtel, in tegenwoordigheid van de toeziende voogd over voornoemde minderjarigen met name Adrianus van de Sande, te Liempde.
Tussen Piet Welvaarts en Wilhelmus Welvaarts, beiden te Liempde, Jan Welvaarts, te Schijndel, en Nicolaas Bernardus van Dijk, te Liempde, van een perceel weiland te Liempde gelegen.
En boedelopname, door 1. Hendrikus van de Langenberg, te Liempde, 2. Johannes van de Langenberg, te Steensel, 3. Lambert van de Langenberg, te Boxtel, 4. Cornelis van de Langenberg, te Schijndel, 5. Antonius van de Langenberg, 6. Josephus van de Langenberg, beiden te Sint Michielsgestel, 7. Willlem van de Langenberg, te Boxtel, 8. Piet Welvaarts, te Liempde, 9. Wilhelmus Welvaarts, aldaar, 10. Jan Welvaarts, te Schijndel, 11. Maria Welvaarts, te Liempde.
en afgifte van legaten, tussen Wilhelmus van der Velden, Martinus van der Velden, Gerardus Piet van Oers, Woutrina van den Oetelaar en Elisabeth van den Oetelaar, allen te Boxtel.