" Is gelesen eenen brieff vanden rentmeester SCHUYL uyt 'sHertogenbosch den 21e de rverleden maent geschreven houdende dat hij onder andere pastoryen die onder ST.JANSCAPITTEL binnen de stadt behooren ende doort overlijden van de pastoors na de reductie vande stadt vervallen sijn aen tlandt, verpacht heeft de PASTORYE VAN DINTHER hoorende onder t'selve capittel met den landen daervan dependerende aen enen HENRICK LAMBRECHT om die te gebruycken tot St.Jacob 1635 ende de huysinge tot pincxster 1636 dan alsoo t'heure Ho: Mo: belieft heeft GUILLIAUME VAN SOMEREN de vruchten van dese pastorye te vergunnen voor de voors. jaren 1635 ende 1636 - soo schijnt dat den voors. Someren hem met de penningen daervan te procederen niet en wil te vreden houden, maer den pachter seecht te turberen daerin hij Schuyl versoeckt dat heure Ho: Mo: willen versien - heur Ho: Mo: stellen den brieff ter dispositie van desen Raedt - waerop gelet sijnde is goetgevonden dat de verpachtinge sijnen voortganck moet hebben, ordonnerende daeromme den voors. priester den pachter ongeturbeert te laten en sal hij rentmeester met sijne administratie der voors. goederen mogen voortvaeren".