Tusschen: 1. Jan van Kreij, te Geffen, 2. Hendrikus van Kreij, 3. Johanna van Kreij, beiden te Nuland, 4. Jan Augustinus van Erp, te Lithoijen, 5. Cornelia Ceelen, weduwe van Peter van Kreij, te Geffen, voor haar zelve en als moeder en voogdesse over haren, uit haar gezegd huwelijk gesproten nog minderjarigen zoon Gerardus van Kreij, aldaar [te Geffen], en 6. Adriana van Kreij, te Geffen. Ten overstaan van: 1. Jan van Kreij voornoemd, als toeziende voogd over genoemden minderjarige Gerardus van Kreij, en 2. den heer Johannes Bernardus van Erp, te Geffen, de belangen van genoemden minderjarige waarnemende voor zoover die met die van de voogdesse en den toezienden voogd in strijd zijn. Van tusschen hen in gemeenschap bezeten wordende goederen.
Tusschen 1. Martinus Verstegen, en 2. Franciscus Verstegen, als gehuwd met Johanna Verstegen, allen te Heesch. Van tusschen hen in gemeenschap bezeten wordende goederen.
Tusschen: 1. Josephus Verstegen, 2. Johannes Peter van Uden, als gehuwd met Justina Verstegen, 3. Franciscus Verstegen, en 4. Joost van Nistelrooij, weduwnaar van Johanna Verstegen, voor zich zelve, en in zijne hoedanigheid van vader en voogd van regtswege over zijne vijf uit zijn gezegd huwelijk gesproten nog minderjarige kinderen, met name a. Willebrordus -, b. Johanna Maria -, c. Cornelia Elisabeth -, d. Johannes -, en e. Petronella van Nistelrooij, allen te Heesch. Ten overstaan van: 1. Franciscus Verstegen voornoemd, als toeziende voogd over bovengenoemde minderjarigen, en 2. den heer Johannes Bernardus van Erp, te Geffen, de belangen der genoemde minderjarigen waarnemende, voor zoover die met die van den voogd en den toezienden voogd in strijd zijn. Van tusschen hen in gemeenschap bezeten wordende goederen.
Tusschen: 1. Johannes Baars, en Peter van de Laar, als gehuwd met Theodora Baars, allen te Geffen. Van tusschen hen in gemeenschap bezeten wordende goederen.