Notaris-, schepen- en andere akten

34 Verbaal van de tienden met de volgende berichten: dat Bastiaan van Vorssel schoolmeester te Hapert van daar verplaatst zal worden naar Duizel en Adam Deckers [dubieus] schoolmeester aldaa naar Hapert overgeplaatst wordt welke bericht wordt doorgestuurd naar de lokale predikanten en kerkmeesters; dat aan Christiaan van Bilsen pachter van de domeinwaag te ’s-Hertogenbosch de pacht wordt verleens voor 3 jaren; dat de reparatie van de kerk te Deurne is aangenomen door Cornelis Pieters van der Morsel voor een som van 1110 gl.; op het verzoek van Jan Vernink aannemer van het onderhoud der stadsmuren te ’s-Hertogenbosch om een toeslag; aangaande de memorie van de classis m.b.t. de onkosten van het beroepen der predikanten is besloten dat die nader onderzocht zal worden; aan de kwartierschout van Oisterwijk zal worden gelast om de paapse bijscholen te Oisterwijk en Hilvarenbeek af te breken; aan de drost van Berlicum zal gelast worden dat in de toekomst het begraven van roomse lijken gebeurt met een wit kleed over de kist waarop een wart kruis is genaaid en bepaalde gebruiken binnen de paapse godsdienst gestuit worden conform de plakkaten; aan de kwartierschout van Oisterwijk zal gelast worden publieke oefeningen van de paapsen te verbieden in het begraven van de doden en tegen de contraventeurs te procederen; aan de kwartierschout van Oisterwijk zal tevens gelast worden gereformeerde schepenen aan te stellen; aan de kwartierschout van Oisterwijk zal gelast worden dat hij hangende het meningsverschil tussen hem en de regenten van Helvoirt en Haaren over het tantum dat hij pretendeert i.v.m. het afhoren der armen- en kerkrekeningen; de kwestie van de kerkrekeningen te Lithoijen in verband waarmee de kwartierschout van Maasland gelast wordt te berichten over de redenen van de partijen nl. de officier contra de arm- of kerkmeester aldaar; de kwestie te Moergestel t.a.v. de kerkrekening en de nieuw aankomende armmeester;

150 Verzoek aan de gedeputeerden die in commissie langs de Maas gaan om diverse zaken te regelen o.a. dat David Bijsterveldt predikant te Helvoirt zal mogen besteden, met kennis van de magistraat en van de kerkmeesters zo die er zijn, een bedrag van 150 gl. toebehorende aan de kerk aldaar en sedert 55 jaren geweest zijnde in handen van de gemeente, aan te wenden voor de reparatie van de kerk mits leverende aan de magistraat een pertinente specificatie en kwitantie en rentmeester Van Slingelandt zal de verdere kosten betalen uit de geannoteerde tienden van de abdij van Sint Geertruid te Leuven; de rentmeester Johan van Leefdael zal het traktement betalen van de predikant van Berlicum aan de huidige predikant na de dag der bevestiging en aan het classis van ’s-Hertogenbosch over de tijd van de vacature en de waarneming van de dienst aldaar en daartoe zal hij de bezitters van de tienden van Berlicum sommeren, desnoods bij executie, om het land te ontheffen van de betaling van genoemd traktement; dat het klooster van Sint Geertruid te ’s-Hertogenbosch publiekelijk verkocht zal worden om geapproprieerd te worden tot twee woningen en dat de materialen van het afgebroken koe- en bouwhuis insgelijks zullen verkocht worden; de betaling der paal- of rooimeesters van het hier genoemde klooster en ook dat van achter de Tolbrug zullen betaald worden door ontvanger Van Hoeij

91 Missive van het classis van ’s-Hertogenbosch op een rekest van Georgius Wilhelmus Shnius predikant op de forten Isabella en St. Anthony verzoekende om aldaar zijn dienst te mogen continueren en het classis te authoriseren tot het beroepen van een ander predikant te Boxtel en Esch, verzoekende het classis voorts dat haar Ed: Mo: gelieven ten eerste te disponeren op de rekesten en speciaal dat in december 1701 is gepresenteerd over de aanstelling op de predikantsplaats te Berlicum en Middelrode; na deliberatie is goedgevonden de suppliant te permitteren om zijn dienst op de forten te continueren en aan het classis wordt een authorisatie verleend tot het beroepen van een andere predikant te Boxtel en Esch en wat de aanstelling te Berlicum en Middelrode betreft zal door de heren die in conferentie gaan met de Staten van Holland gesproken worden over het voorstel van de gecommitteerden van de Raad

119 Vervolgakte over de voortvluchtige pachters Christoffel van Beugen en Adriaan de Bacquer waarin genoemd wordt het armenblok van de Hinthamerstraat en een huis en erf in de Visstraat van ouds genaamd de Walvisch dat Van Beugen toebehoorde en ook het huis de Meermin op de hoek van de Visstraat te ’s-Hertogenbosch, Alida Gans weduwe van wijlen Steven Groelart, het huis de Roskam op de Vuchterdijk, een huis aan de Postelstraat, een hoeve onder Nuland op den Molengraaf, Johanna van Engelen weduwe van wijlen Arent de Cock van Delwijnen, het huis genaamd ‘den Rosijnkorf’ op de hoek van de Visstraat, Deliana van Boxmeer die was gehuwd met Adriaan de Bacquer, een hoeve te Kaathoven onder Berlicum.