Mijn Studiezaal (inloggen)178.100 Resoluties Staten-Generaal (178.100)
8 Missive van rentmeester De Kempenaar van de 23e op een rekest van Hendrik van Ommeren woonachtig te Aarle in kwartier Peelland met verzoek om approbatie van de collatie van het beneficie van het Lieve Vrouwe altaar en H.Kruisaltaar in de kerk van Aarle door hem in kwaliteit als oudste schepen van het dorp Aarle geconfereerd op zijn minderjarige zoon Johan Cornelis van Ommeren zoals uit de akte van collatie blijkt, welke missive wordt doorgestuurd naar de generaliteitsrekenkamer ter advisering aan de Ho: Mo:. – zie ook folio 103, 543
178.100 Resoluties Staten-Generaal (178.100)
7 Rekest van Floris Henricus Aemilius Graaf van Outremont en Warfusé, baron van Han en Chevetoigne, Groot Pluymgraaf van Westfriesland, Heer van Drunen etc. in kwartier Oisterwijk en andere plaatsen daaromtrent gelegen speciaal in de heerlijkheid Nieuwkuijk waar hij diverse onderpanden heeft liggen waarvan de pachten en renten en cijnzen nog achterstallig zijn vanwege onwillige betalers en verzoekt om een executoriaal generaal om gebrekkige betalers te kunnen dwingen tot voldoening van hun schulden. – zie ook folio 53
Persoon in schepenakte:
Floris Henricus Aemilius Graaf van Outremont
Groot van Westfriesland
van Drunen
Datering:
vrijdag 15 januari 1762
Pagina:
39
Plaats:
Drunen / Nieuwkuijk
Toegangsnummer:
178
Inventarisnummer:
100
[Aanvraagfuncties niet beschikbaar. ]
Bron:
Staten-Generaal
Geografische namen:
178.100 Resoluties Staten-Generaal (178.100)
6 Rekest van Charel van der Foelaart lidmaat van de ware gereformeerde religie zoals uit de certificatie blijkt, tevens presenterende de commissie door Gijsbertus Steenbergensis Graaf van Hogendorp en vrijheer van Hofwegen Tilburg en Goirle, aan de suppliant als vorster der heerlijkheid Goirle, op 14 december 1761 verleend, verzoekende aan de Ho: Mo: die aanstelling te approberen en te laten welgevallen en aan de suppliant de akte van approbatie af te geven.
178.100 Resoluties Staten-Generaal (178.100)
5 Rekest van Simon van de Loverbosch aangevende dat zijn huis te Asten op 30 mei 1761 ’s avonds ten tijde van een zwaar onweer tot op de grond was afgebrand met verzoekt om remissie op zijn verpondingen en beden over een periode van 15 jaren, welk rekest wordt doorgestuurd naar de Raad van State voor nader onderzoek en ter advisering aan de Ho: Mo:.