Hij is naar VEGHEL gestuurd in september 1650 om daar 60 percelen in te meten en er een kaart van te maken met de reengenoten om deze zaak in het cijnsboek te kunnen opnemen. Dat is hem geweigerd en te Veghel heeft men na de reductie van de stad diverse percelen verkocht zonderm consent van de rentmeester der domeinen en zonder die door een landmeter te laten inmeten. Hij verzoekt de Raad de gemeente Veghel te ordonneren alle (illegaal), sinds de reductie van de stad ‘sBosch verkochte percelen aan te wijzen, door hem alsnog te laten inmeten en er een kaart van laten maken en de kosten van dien te laten betalen.