Notaris-, schepen- en andere akten

149 Rekest van Gerard Suljaard van Leefdael Heer van Deurne en Liessel aangevende dat hij suppliant en verdere geërfden in de peelgrond, op 2 februari 1717 en vervolgens via verscheidene rekesten zich had gewend tot de Ed: Mo: commissarissen die op 20 november 1716 een conventie hadden gesloten met de commissarissen van de Koning van Pruissen betreffende de limieten van de Peel waarover een geschil was ontstaan tussen hem en de ingezetenen van Venraij in het land van Kessel en daar die conventie door de Ho: Mo: was geaccepteerd op de 13e december daaraan volgende en geratificeerd ofschoon dit voor de suppliant uiterst schadelijk en nadelig was uitgevallen omdat ze daarbij verloren hebben 2400 morgens land, zoals blijkt uit de bescheiden die aan dit rekest zijn toegevoegd en daarmee zij nze dus ook kwijtgeraakt de aanzienlijke opbrengst van de turf die er jaarlijks werd uitgegraven en in de toekomst nog met meer succes uitgegraven zouden kunnen worden [met zeer veel details]

21 Rekest van de regenten van Venraij en een bericht van kwartierschout Crommon van kwartier Peelland over de meningsverschillen tussen die van Venraij tegenover de ingezetenen van Bakel, Aarle en Beek over het turven in de Peel. – zie ook folio 741, 873 met Nicolaes Martini als borgemeester van Venraij en kwartierschout Crommon

4 Rekest van de regenten van Bakel Aarle en Beek in kwartier Peelland op een rekest van Nicolaas Martijn, Johan Raeymakers en Peter Maes inwoners van Venraij over de Peel in Gelderland onder het gebied van de Koning van Spanje en de voerliden wekelijks rijdende met goederen vanuit het land van Kleef, Venraij en Boxmeer als met passerende goederen vanuit Westfalen naar Antwerpen en Brabant dat ze zouden zijn gewaarschuwd dat ze met hun karren paarden en goederen kunnen worden aangehouden binnen het territorium van Helmond Bakel Aarle en Beek; het rekest wordt doorgestuurd naar de Haagse heren belast met de Meierijse zaken. – zie ook folio 774 reactie van kwartierschout Crommon van kwartier Peelland

24 Rekest van regenten en ingezetenen van de vrijheid Venraij onder het gebied van de Koning van Spanje betreffende enige meningsverschillen tussen hen samen met de Heer van Venroaij en de Heer van Villers en Geldermalsen en die van Bakel Aarle Rixtel en Beek en Donk betreffende het turven in de Peel en de limietscheiding van dien; inwoners van Bakel verkleed als soldaten hadden zich niet ontzien om die van Venraij die er aan het turven waren te overvallen en hun karren en paarden, zeven in getal, te ontweldigen en naar Bakel over te brengen en aldaar te verkopen en een van de voerlieden genaamd Willem Beecken te ’s-Hertogenbosch op de gevangenpoort hebben laten zetten op basis van een abusief en erroneus [= dwalen, dolen] voorgeven, dat de genoemde personen in hun Peel waren gekomen; men dienst een verzoek in dat de afgenomen karren en paarden of de waarde ervan gerestitueerd zou worden en dat Beecken uit zijn gevangenschap ontslagen zou worden; een kopie van het rekest wordt doorgestuurd naar de kwartierschout.- zie ook folio 712 reactie van kwartierschout van Peelland Crommon