Notaris-, schepen- en andere akten

47 Oda Jacoba Wijtlant weduwe meester Adriaan Hendrik de Roock laat boedelbeschrijving opmaken van goederen die volgens hun mutueel testament voor schepenen van Maren 21-6-1802 nu zijn aangekomen, daar ze een tweede huwelijk wil aangaan met Godefridus van Amelsvoort ten behoeve van haar kinderen Adriana Hendrica de Roock en Willem Frederick de Roock. Het betreft: onder Maren uiterwaard op de Marensche Waard; op Kerkveld het Seele Kampke; perceel hof vanouds genaamd Heer Thomasse Hofke; teulland genaamd Mortraijen; hourwas aan weerszijden van de straat bij de molen; hooiland genaamd de Paalderen.

43 Staat en inventaris van Gijsberdina van Suijlekom weduwe van Gijsbert Nicolaas van Weert gemaakt na overlijden van haar man en alvorens zij een tweede huwelijk wil aangaan met Francis Jan Broks ten behoeve van haar kinderen Nicolaas en Albertus de Weert; het betreft: land genaamd de Litsche weide onder Maren; land in de Eppelen onder Kessel; land genaamd Blooije Kamp onder Kessel; land in de Agterste Heijmanshoef onder Kessel; land genaamd de Nolderen onder Kessel, al deze goederen waren aangekomen bij erfenis van overleden ouders Nicolaas de Werdt en Jenneke van Summeren, mitsgaders van moeije Maria de Werd weduwe Gerrit Hack, gepasseerd voor schepenen van Maren 15-2-1798, enige Maasdijken onder schouw van Maren, Alem en Kessel; huis, hof, boomgaard en hof onder Maren, oost de erfgenamen Gijsbert de Werdt, west de weduwe Jan van Maaren, zuid de straat en noord de Bandijk, aangekomen van de heer Johannes Vriezekolk bij transport 2-1-1796 te Maren; land genaamd de Uilkens op het Kerkveld onder Maren, aangekomen van wijlen Meester Adriaan Hendrik de Roock bij transport 21-1-1801; land in de Benedenste Melooije Kampen te Kessel, aangekomen van Theodorus Bessems cum suis bij transport te Kessel 1-12-1802; staande huwelijk was aangegaan een verdeling met de kinderen en erfgenamen van Aaldert van Suijlekom en Catharina van Herwaarden, voor het passeren van akte zijn komen te overlijden en de weduwe toen is aangekomen hooiland te Kessel; verder vermeld veel roerende goederen.

17 Boedelbeschrijving van Johannes van Rooij, wonende te Maren na de dood van zijn vrouw Meggel Rob Kusters ter togte en zijn dochter Johanna van Rooij ten erfrechte, daar hij wil gaan hertrouwen met Anna van Hoogstraaten weduwe van Hendrik Hensen; daarbij waren aanwezig Nicolaas van Rooij, broer wonende te Geffen en Rob Rut Kusters, wonende te Oss, broer van overleden vrouw.

15 Inventaris van de bij de schout-civiel van het schoutambt van Alem bij akte Maren 20-10-1804 gesequestreerde goederen van de weduwe Dirk Pampus, wonend te Maren en thans gegijzelde op de civiele gijzelkamer op de gevangenpoort in ’s-Hertogenbosch ingevolge aanschrijving 2-10-1804 van de commissie van toezicht over de opbrengst van 2 percent op de bezittingen in het district no 22 hoofdplaats Lith, vermits even gemelde weduwe Dirk Pampus in gebreke is gebleven om haar verschulde in gevolge publicatie van het Staatsbewind van 10-11-1803 te voldoen en zulks ingevolge besluit van het staatsbewind van 9-12-1803 no 24 litt. B opgericht bij Willem Folkert Frijlinck, secretaris van Maren als bij akte voorschreven aangestelde sequester, bestaand in navolgende: onder Maren een huis, hof en erf aan het Kerkeijnd, oost Jacobus Andreas van Orten, west Johannes Doornbosch, zuid Hendrik van Kraij senior en noord tot buitendijks de erve van Jacobus Andreas van Orten; land op de Molencamp; land op het Molenveldt; een hof aan het Moleneijnd; land in de Coeltjes tegen het Gortsteegske; onder Hurwenen land uiterwaard, alsmede roerende goederen.