" Den Raet van Brabant schrijft vanden 14 deses aende Ho: MO: heeren SG dat heur vertoont is eene memorie daervan den inhout is dat inde meijerije vanden Bosch gelegen sijn de naevolgende dorpen als ERP ende VECHEL dewelcke verpant geweest sijnde voor 21 jaeren, die nu in februari lestleden sijn geexpireert als mede van RYCXSTEL ende ARLE daervan de verpondinge [zal wel verpanding moeten zijn!] expireert inden jaere 1641 ende dan noch van NUNEN ende GERWEN mette gehuchten vandyen daer van de verpondinge [zie de opmerking bij Aarle Rixtel] uytgaet 1641 toecomende, versoeckende dat nae dyen tijt heur Ho: Mo: de voors. dorpen willen laten comen onder de hoochschouten vande meijerije vanden Bosch daeronder deselve resorteren,opdat de vijant geen occasie en hebbe met verder usurpatie vande voors. meijerije vanden Bosch voorts te varen -
heur Ho: Mo: stellen de missive ende bijgevoechde memorie in handen van den Raet om te visiteren, examineren, oock te adviseren wat voor den dienst vant lant behoort gedaen te worden ende hoe oft waer te vinden de pantpenningen den pantheffers competerende, waerop gelet sijnde is goetgevonden alvorens te adviseren de requeste te seijnden in handen vanden rentmr. DE FRESNE om advys".
" Is gelesen eenen brieff bijden ontfanger DE FRESNE uyt 'sHertogenbosch den 22e der verleden maent geschreven houdende in effecte dat de dorpen ende heerlicheden van ERP ende van VECHEL gelegen inde meyerije vanden Bosch inden jaere 1559 te leen bepant sijn bij eenen WALRAVEN VAN ERP voor de somme van 2704 (gl) als naeder te sien bij de beleenbrieven daer van sijnde ende hen verstaende dat ROGIER VAN BROECHOVEN in handelinge was met die vande finantie tot Brussel om de voorn. heerlicheden voor meerder somme hem daer over aenden selve finntie geadresseert ende mette selve over comen, dat de voors. dorpen van ERP ende VECHEL alsnoch soude mogen besitten een tijt van achtien jaere mits dat hij soude renunchieren opde voorn. pantpenningen van 2704 gl. overleveren de chijnsboecken aenden rentmr. vande domeijnen, betalen voor de houtschat aldaer gedurende de voors. 18 jaren, jaerlicx 24 gl. ende daerenboven alnoch eene somme van 400 gl. eens daermede de voorn. dorpen ende heerlicheden nae d'expiratie vande voors. 18 jaeren wederom los ende vrij souyde comen aenden voorn. domeijnen vanden Bosche ende alsoo den voorn. tijt van 18 jaren inden nu den 29e februari 1639 lestleden is comen te expireren, soo versoeckt hij te mogen weten off den Raet niet goet en soude vinden deselve wederom te applieren aenden voorn. domeijnen, alsoo hij van Erp met meer en besit als't stellen van schout, schepenen, vorsterampt ende warande, waerop gelet sijnde is goetgevonden te schrijven aenden voorn. ontfanger de fresne om staet van alle heerlicheden ende domeijnen die uyt pantschap gevallen sijn ende noch souden mogen vallen met advis hoe de selve voor het toecomende te beneficieren houdende middelertijt de dispositie opten vs. brieff van de Fresne in naeder deliberatie".
[3 acten] ROGIER VAN BROECHOVEN toont een request dat hij een jaarlijkse rente van 25 gl. op de domeinen van de stad Den Bosch het waarvan hij de constitutie exhibeert middels een authentieke kopie en omdat hij sinds de reductie van de stad daar geen ontvangsten van heeft gehad, zo verzoekt hij dat de rentmr. DE FRESNE opdracht wordt gegeven die rente uit te betalen. Men gaat accoord.
Ook meldt van Broechoven dat hij in eigendom heeft zekere TIENDEN TE VEGHEL leenroerig aan de HEER VAN GEFFEN waaruit een rente gaat van 225 gl. per jaar aan de kanunniken van Den Bosch reducibel meteen som van 4500 gl. of daaromtrent, welke rente hij graag zou ontvangen.
Ook verklaart hij zekere TIENDEN VAN VEGHEL te bezitten leenroerig aan de HEER VAN STAKENBROECK als HEER VAN GEFFEN waaruit siverse renten voortkomen samen 950 gulden per jaar, aan het kapittel van Den Bosch 225 gl., de erfgenamen van de PASTOOR VAN GESTEL 300 gl., JAN VAN WINDEN 30o gl. ende SERVAES [dubieus] VAN SOMMEREN 62 gl. 10 st. met nog enige anderen. Hij verzoekt om de regeerders van Veghel opdracht te geven deze tienden op vreedzame wijze te mogen laten collecteren. Hij krijgt verlof ze zelf te verpchten en de hoogschout wordt hiervan op de hoogte gebracht en zal ' met de sterke hand' assisteren indien nodig.
" Op eene requeste van GUILLAUME DE RAET woonende tot VECHEL int quartier van PEELANDT onder de Meijerije vanden Bosch versouckende onaengesien het leste PLACCAET VAN RETORSIE aldaer vrij te mogen blijven sitten, sonder eenigen kerckendienst te doen, hoewel hij daer toe seght gequalificeert te sijn, is nae deliberatie goetgevonden te stellen dese appostille wanneer des vijandts nieuwicheden over de Meijerije vanden Bosch sullen comen te cesseren soo sal op des uppliants versouck gelet worden".