Notaris-, schepen- en andere akten

157 Rekest van de regenten van Geffen in kwartier Maasland met een verzoek om remissie op hun verpondingen

225 Missive van Philip Jacob van Borssele van der Hooge raad en rentmeester generaal der domeinen in het kwartier van ’s-Hertogenbosch op een rekest van de regenten en ingelanden van de heerlijkheid Geffen in kwartier Maasland gezonden aan de Raad om advies en opgenomen in het register der brieven en adviezen

55 Missive van rentmeester Johan van Leefdael op een rekest van Jan Jacob Otte te Geffen met een verzoek om een stukje teulland te mogen hebben in erfpacht genaamd den Vlient groot een sester of 100 roeden voor een periode van 10 jaren wat hem gegund wordt voor 6 gl. vrij geld en bovendien te voldoen alle ordinaire en extraordinaire lasten behalve het schaarhout indien dat op het teulland staat

107 Rekest van de regenten van de heerlijkheid Geffen in kwartier Maasland te kennen gevende dat zij op 22 augustus 1749 met kennis van hun predikant Wilhelmus Engelbertus Buschman de nodige reparaties hebben aanbesteed aan de pastorie of predikantshuis en om dat binnen 6 weken te voltooien, maar dat het vervolgens is gebeurd, wanneer de aannemer ingevolge het bestek aan het werk zou gaan, eerst door de vrouw van de predikant en nadien door de predikant zelf daartoe is verhinderd en belet onder voorwendsel dat het huis niet reparabel was en er een nieuwe pastorie gebouwd moest worden; daarop hebben de supplianten op andere gedachten proberen te brengen naar tevergeefs en die integendeel bereikt hebben dat de regenten van rentmeester Tengnagel een aanschrijven hebben ontvangen om het werk niet voort te zetten en er mee te stoppen en dar daarop het pastoriehuis ongerepareerd is gebleven en dat de predikant zich nu heeft gewend tot de Ed: Mo: met verzoek dat de Ed: Mo: de supplianten zouden willen ordonneren een nieuw pastoriehuis op te bouwen en dat de regenten in het bijzijn van de rentmeester en predikant zijn gehoord en hen de inhoud van het appointement van de Ed: Mo: is voorgehouden en door hen is aangetoond dat het bestek gevolgd wordende, het pastoriehuis in een complete staat zou worden gebracht; dat bovendien aan het opbouwen van een nieuwe pastorie, indien die naar de zinnelijkheid van de predikant en zijn huisvrouw werd voltrokken ten minste geraamd zou moeten worden op een bedrag van 4000 gl. en daartoe zou men onmogelijk in staat zijn om dat te bekostigen, maar dat heeft er de predikant niet van kunnen weerhouden van zijn verzoek en eis af te zien; de supplianten verzoeken de Ed: Mo: om het verzoek van de predikant af te wijzen en het oorspronkelijke plan en bestek te accepteren en de aannemer ongehinderd zijn werk te laten doen;