Notaris-, schepen- en andere akten

108 Missive van generaal Van Cromstrom gouverneur van ’s-Hertogenbosch die te kennen geeft dat vier schepen zijn gearriveerd met 100.000 lb. buspulver [buskruit] uit ’s lands magazijnen te Dordrecht voorbestemd voor verder getransporteerd te worden naar Maastricht wat, naar hij hoopte, de 5e april zou kunnen geschieden, doch hij twijfelde of hij nog een zending van 100.000 lb. buskruit te verwachten had vanuit Delft en mocht dat zo zijn dan zou hij het liefste de beide zendingen willen combineren, maar de Ed: Mo; informeren hem dat hij deze laatste zending niet hoefde te verwachten

30 Henrick van Zoerendoncq sone wijlen Jacobs Mathyss. van Zoerendoncq gemechticht tot sgeens navolgende door crachte van zeeckere besegelde procuratiebrieven van den schepenen der heerlickheijt Ghemert wesende van der date den vijffden dach der maent martij anno xvi c elff ende vut crachte der machte hem daerinne vanden Eerw: Edelen ende gestrengen Heeren Heeren Henricken van Holtrop duijts ordens Ridder ende Commandeur tot Ghemert voors. soo blijckende was gegeven ende verleent seeckere thiende soo corenthiende als smaelthiende mit allen den rechten, gerechticheden, toebehoirten ende appendentien van dien gemeijnlick genoemt Keeselthiende, leenroerich aenden Heere Abt van Epternaken soo ende in alsulcker vuegen gelijck deselve thiende gelegen end eresorterende is onder de heerlickheijt ende parochie van Doorne, Ende welcke voors. thiende die voors. Heere Commandeur [63] Holtrop jegens Jonker Johan Mathyssens van Kessel ende Jouffrouwe Margareta de la Bricque bij opdrachte vercregen heeft gehadt, prout in litteris wesende van der date den vijften decembris xvi c ende negen, heeft hij wittelick ende erffelick opgedragen ende overgegeven mits desen D. van Kessel, tot behoeff van der schole binnen den dorpe ende heerlickheijt van Ghemert voors. ende dat vuijt crachte van seeckere oepene brieven van octrije zalr. [=zaliger] memorie Philips Coninck van Spaingien als Hertoge van Brabant, bijde Heere Lantcommandeur van der Baillien Biessen duijts ordens tot Maestricht ende van den commandeur van Ghemert voors. opten sesten maij des jaers djuijsent vijff hondert achtentachtentich tot behoeff van de arme studenten derselver schole geïmpetreert, simul van dictis litteris alijs et jure et essest (?): Gelovende die voors. Hendrick van Zoerendonck ut crachte sijnder voors. gegeevnder [63r] machte op verbintenisse van allen der goederen des voors. heere constituants present ende toecomende datum fernare omnes ob.em et ….ex parte sui deponere,

29a [VERVOLG AKTE] ons ende onse nacomelingen Hertogen van Brabant t’eeuwigen daeghe jaerlycx ende altyts te kennisse sal betaelt worden eenen erffelijcken chijns ter taxatie ende arbitragie van onse lieve ende getrouwe die president ende lieden van onse Camere van Reeckeninghe in Brabant van welcken chijns den eersten termijn vallen ende verschynen sal den eersten kersmisse die comen sal nae de geschiedenisse vande coop alsvooren te doene die betaelt sal worden in handen van onsen Rentmr. int quartier van sHertogenbossche, die welcke gehouden wort daer aff eensamentlijck van de andere synen onderwinde ons ende onse nacomelingen goede wettighe reeckeninghe bewys ende relique te doene in onse voors. Camere van Reeckeninghe tot Brussele van welcken erffchijns de voors. Lantcommandeur inden naeme voors. gehouden wort ons behoorlycke brieven ende bescheet tot synen coste te verlijden ende dese tegenwoordighe mette voorschreve bescheede binnen sess weecken nae de [59r] voors. taxatie te brengen ende te leveren in onsen voors. Camere van Reeckeninghe om aldaer geregistreert te worden ende in onsen rechte bewaren alsomme in gelijcke saecken gewoonlijck is te doene – Ontbieden daeromme ende bevelen onsen lieven ende getrouwen cancellier van onzen Rade ende Reeckeninghe in Brabant hoochschouteth borgemren. ende schepenen ende Raedt onser Sradt van s’Hertogenbossche ende allen anderen onse justicien officieren ende dienaer die dat eenichsints aengaen sal mogen, dat sij den voors. Heere Lantcommandeur ende voors. arme studenten ende heure rectoirs ende schoolmeesteren van deser onser tegenwoordigen gratien octroij ende consent mitsgaders van de voors. goeden ende erven inder voegen ende manieren boven verclaert teeuwigen daeghe peyselyck ende vredelick laten genieten ende gebruycken sonder den voors. Lantcommandeur studenten ofte henne rectoirs ende mrs. nu noch in toecomende tyden daerinne te doen ofte laten geschieden eenich hinder stoot off [60] letsel ter contrarien want ons

29 Alsoo Heer Hendrick van Ruijsschenberch Riddere Lantcommandeur [als hij leeffde] vander Balien Biessen Duijts orders tot Maestricht ende met hem den commandeur van Gemert bij henne supplicatie aenden Raede van wijlen Hoochloffelijcke Memorie Philippus bij der gratien Godts Coninck van Castilien geordineert in desen sijnen lande ende Hertochdomme van Brabant hadden versocht, dat den selven Raede gelieffden hen bij opene brieven van octroye te consenteren, dat sij supplianten tot behulp van de arme catholijcke studenten in sijnen dorp ende heerlyckheyt van Gemert voors. ende tot onderhout vandien ende den Rectoirs ende Meesteren der selver van alsulcken schole als de voorschreve lantcommandeur tot meerder vorderinghe van de catolijcken appostolijcken Roomschen gelove ende religie binnen Gemert voors. hadde geerigeert ende gefondeert, soude mogen employeren ende aenleggen in coop van onroerende goederen de somme van twaelff duysent rijnsgul. eens ende dat sijn Eerw: [hier gaat de tekst door op [57]
maar eerst de tussentekst:
De Gemertse Beursen boven fol.381 gementioneert te hebben seeckere thienden tot haer profijt gelegen tot Doorne welckers opdrachte ende octroij ende fundatie alhier tegenwoordigh is – siet fol.381 – de thiende is van oudts het ende noch ter tijdt verhuirt voor 25 mudde rogge ende 20 mudde boeckweijt – de commandeur heeft heeft mij geschreven dat de schoolmr. van Gemert 40 gl. soude toekomen uit de hoeve f. 381 ende dese thiende, te weeten ’t samen 40 gl. jaerlijx
[57] dien volgende bij opene brieven van octroije waere geconsenteert dat hij in plaetse van de voors. xii mille gulden ten behoeve ende ten sijne vs. soude mogen emploijeren ende aenleggen alleenlijck thien duysent rynsgulden eens, onder conditie als inde voors. opene brieven ende oock op den laste van in recognitie der selver gratien consent ende octroije t’eeuwigen daeghe jaerlicx ende altyt ten behoeve van wylen syn voors. majesteyt ende nacomelingen desselfs als Hertoghe