1. Marinus Goossens, voor zich en als voogd over Adriana en Hendrika Goossens, 2 Petrus Goossens, 3 Gerardus Goossens, 4 Hubertus Goossens, 5 Willem Schakenraad, 6 Petronella Goossens en 7. Margaretha Goossens, allen te den Dungen, van den gemeenschappelijken boedel en de nalatenschappen van Jan Goossens en Antonetta van Dijk, beiden te den Dungen overleden.
door Gerardus Andreas van Osch te Berlicum, als uitvoerder der uiterste wilsbeschikkingen van Adrianus van den Boom, van de goederen behoorende tot de nalatenschap van laatsgenoemde.
door Wilhelmina Velthuijsen, weduwe van Adrianus van den Boom, te Berlicum, als voogdes over de minderjarigen Hendrika Gerarda en Hermanus van den Boom, van den gemeenschappelijken boedel van haar en haren overleden echtgenoot en de nalatenschap van deze laatste.
door Hendrika van de Veerdonk te Berlicum van de zaken behorende tot den gemeenschappelijken boedel van haar en haren echtgenoot Adrianus Antonius Godschalx en tot de nalatenschap van dezen laatste.