Notaris-, schepen- en andere akten

149 Inventaris van de roerende en onroerende bezittingen, kleren, huisraad achtergelaten door Jenneken Feliz Loofaerts eerder weduwe van Adriaen Henricks van Vechel haar eerste man en daarna weduwe van Peter Delissen hopmeter. Opgegeven door Geraert Hendrick Cuijper als man van Maria dochter van genoemde Peter Delissen hopmeter en door Jenneken Felix Looffaerts, aanwezig in het huis waarin Jenneken is overleden. - Eerstens het bezit dat Jenneken na haar eerste huwelijk heeft nagelaten. Een vierkante tafel van notenboom hout met een dennehouten voet, die door Jenneken Teunissen van der Donck als weduwe van Felix Adriaens van Vechel aan de declarant was gegeven, verder een naaimand, naaikussen en vingerhoed. - Meubels en kleding dat Jenneken Felix Looffaerts na haar tweede huwelijk heeft achtergelaten : twee slaaplakens, een trillen tafellaken, een kinderdoek of doopdoek van linnen aan een zijde bewerkt met de naald, een blauwe schorteldoek door Jenneken Felix Looffaerts in haar leven geruild met een oude zwarte schorteldoek, een zak, een dennehouten koets met een bedplank, een dennehouten scherm, een meelton, twee haspels, een lepelhuisje, een dennenhouten koebak, een vlasbraak, een houten boterschotel, twee drievoet stoelen, een ijzeren hangijzer, een ijzeren haardijzer, een lenkhaal, een punder, een tinnen fles die men in het bed aan de voeten gebruikt. - Het volgende bezit is niet in het huwelijk ingebracht maar in het jaar 1684 in het huis van de declarant gebracht : een bed met peluwen en oorkussens, een witte deken, 7 slaaplakens en van het achtste is een doodskleed gemaakt, een dennehouten blok met 4 deuren, een kist van notenboom hout, een spinnewiel zonder vleugel, een drievoet stoel, een biezen stoel, een ijzeren gordijnroede, 3 tinnen schotels, een keur tinnen mengele, een strooien spilkorf.

214 Voor mij verscheen Geraerd zoon Jan Delissen Weijgergancks weduwnaar van Neeltien dochter van Jan Cornelis Jacobs, in die hoedanigheid als vaderlijke voogd over zijn minderjarige zoon Jan Gerards en heeft op verzoek van de andere kinderen van genoemde Jan Cornelissen verklaard dat hij comparant vanwege zijn zoon uit het sterfhuis van Marieken weduwe van genoemde Jan Cornelissen Jacobs de volgende zaken heeft ontvangen. In de eerste plaats 4 eiken bomen gewaardeerd op 20 gulden, nog 6 vijmen stroo met de rog daarin gewaardeerd op 11 gulden. Verder heeft de comparant hop en hopstaken ontvangen gewaardeerd op de som van 8 gulden. Nog heeft de comparant de volgende meubels en inventaris ontvangen volgens de inventarislijst van notaris van den Heuvel te weten: 12 voet eiken planken gewaardeerd op 15 stuivers, 12 pond vlas gewaardeerd op 2 gulden, 3 pond vlasgaren gewaardeerd op 30 stuivers,m2 ellen grof laken gewaardeerd op 12 stuivers, nog anderhalf el klein laken gewaardeerd op 18 stuivers, nog 6 ellen vlas ... laken gewaardeeerd op 3 gulden, noh 9 el fijn laken gewaardeerd tegen 5 gulden 8 stuivers, nog 14 el fijn laken gewaardeerd op 7 gulden, nog een el fijn laken ook gewaardeerd op 10 stuivers, nog 2 en een half el fijn laken gewaardeerd op 25 stuivers, nog 15 el fijn laken gewaardeerd op 7 gulden 10 stuivers, 3 ellen grof laken gewaardeerd op 18 stuivers, 7 el aboretsen laken gewaardeerd op 2 gulden 19 stuivers, 5 paar slaaplaken zowel oude als nieuwe gewaardeerd op 3 gulden, een paar linnen tafellakens gewaardeerd op 10 stuivers, een oorfluwijn met een servet en een neusdoek gewaardeerd op 18 stuivers. Verder verklaart de comparant voor zijn zoon de meubels in beheer te heben volgens de inventarislijst opgemaakt voor meester Johan van den Heuvel. Aldus geschied in Den Dungen ten woonhuize van mij notaris in aanwezigheid van Hendrick Jan Hendricks en Antonis Hendrick Huijberts op 4 februari 1654.

201 Vandaag op 9 december 1653 zijn voor mij notaris Adriaen Hendrick Eijkemans en Wouter Adriaens van den Bosch als voogden over Hendrick en Michiel, broers en kinderen van wijlen Jan Hendrick Eijkemans verwekt bij zijn vrouw Marieken dochter van Adriaen Adriaens van den Bosch verschenen en hebben mij verzocht een inventaris op te maken van de meubels en huisraad door Marieken na haar dood nagelaten. Ik heb mij daarop met getuigen ten huize van Jan Hendrick Eijkemans begeven en daar de volgende huisraad bevonden: Een grote koperen moespot, een kleine koperen pot, nog een kleine koperen pot, een ketel, nog een ketel, twee kleine keteltjes, een koperen ketel, een koperen gescheelde melkkan groot 11 kannen, een slechte koperen melkemmer, een koperen vuurpan, twee koperen kandelaars, 8 kleine tinnen schotels, een tinnen schotel, een grote keurenschotel, een tinnen telloor, twee tinnen lepels, een tinnen kannetje, 3 tinnen saucierkens, een keurmengelen, 18 houten tellooren, een gestreept bed, een gestreepte hoofdpeluw, een gestreept oorkussen, een gestreept bed, een gestreepte hoofdpeluw, 2 groene sarsien (sargie), een slechte sarsie, een gestreept bed, een gestreept hoofdpeluw, 7 en een half paar slaaplakens goede en slechte, kappen en kragen en ander linnenwaad, 4 tafelllakens, 3 oorfluwijnen, twee zwarte stoffen voorscheijden, 2 hopzakken, een rijkleed, 7 maalzakken, een lebdoos, 2 dooskoffertjes, een zwarte laken huik, een zwart stoffen lijfje, een zwart gekoord laken lijfje, een wagenschotten koets, in de kamer een dennenkoet, in de achterkamer een eiken bedstede, een eiken kist, nog in de kamer een eiken kist, nog een wagenschot kistje, een klein eiken kistje, een tafel, een eiken slotvast zitten, 7 stoelen, een pretterstoel, een kinderstoel, een zester, een kleermand, de hemden zijn gebruikt voor de kinderen, de wollen kleren eveneens, een schotelkorf met schotels, een spilkorf, drie haspels, 2 spinrokken, een spinhekel, een deel oud ijzer, een nieuw mandeken,

179 Voor mij notaris en getuigen verscheen Jan Adriaens Vermerendonck als man van Lijsken dochter van wijlen Hendrick Laurens van Vechel verwekt bij Mariken dochter van Jan Peter Denissen, verder Ruth Janssen als wettige man van Jenneken dochter van genoemde Hendrick Laurens en van genoemde Mariken en Corstiaen Aelbers als weduwnaar van Digna dochter wijlen genoemde Henrick Laurens en Mariken, zijnde allen erfgenamen van deze Hendrick Laurenssen van Vechel en hebben mij notaris gevraagd een inventarislijst te maken van de meubels en huisraad in het sterfhuis van Hendrick, waarvan een deel al is verkocht. Eerstens een halve spiesstok, nog een andere stok, een spade, een eegpars, een zaalpunt, een ketting, slecht ijzer, een slot en ijzerwerk, een hakmes, ijsspooren, nog wat ijzerwerk, nog wat ijzerwerk, een doos met ijzerwerk, nog wat ijzerwerk, een smeervat, een kuip, ijzeren bollen, een tang, een scherbord, een wan, een schop, 2 borden en een snijmes, twee beitels en een kreller, een dekhaak, een effer, een aks en bijl, een paar laarzen, een schop en gamel, een meelkorf, een stande, een haal, een snijmes en luchter, een schop, een gamel en vuurhaak, een vlagzeis, een stoop, een boterpot, een pretterstoel (=bidstoel), een turf installatie, een werkstok, nog een werkstok, een slechte ploeg, een tobbe en zeef, een schotelkorf, een tafel, een mesthaak, een lampstok met de lampen, een rooster en lenkhaal, tonnetjes, een tang, een bandmes en tang, een kruiwagenspil en truifel, een luchter, ijzerwerk met een ponjaert, een boterschotel, een lopen ..vat, een punder, een vlasreep, twee melkstoelen, twee boekhamers, een koperen melkkan, een koperen potje, een koperen doorslag, een witte ketel, een koperen zeis, nog een andere ketel, een klein keteltje, een leer, een koperen pot, een ijzeren potje, een bierstoop, potjes, een koeketel, een leer, een schaal, een deel gewicht, een bed, en hoofdpeluw, een lantaarn, een hekel, een overtreksel van bonnesijn, een zwarte wambuis,