In zake den eerwaarde heer C.D. Vos, eisser contra Johannis Lucasse te Zeland gedaagde ter andee zijde. Den procureur Werner q.q. voor den eisser, verzoekt dat de zaak ter thoon mag worden geinterloqueert om ten naaste te dienen van desselfs eerste termijn van thoon of daar van te renuntieeren. C. Rietman, procureur voor en geadsisteerd met den gedaagde, consenteerd in het gedane versoek. Scheepenen ordonneeren partijen over en weder om ten naaste te dienen van haaren eersten thoon of daarvan te renuntieeren. (in de kantlijn: rest voor Werner 13 stuijvers)
In zake van Hendrikus van Aalst, gepatenteerd tapper en sleijter, wonende te Dreumel, eijsser en aanlegger ter eenre, op ende jegens, Hendricus Mansoeke, wonende te Uden, gedaagde. C. Rietman, procureur voor den eisser en aanlegger en geadsisteerd met dezelve wagt de gedaagde om te hebben voldoening van eene somma van 15 gulden 9 stuijvers wegens verteering door denzelve gedaan.
In zake Johannis Jacobus Brocx, procureur wonende te Geffen, daartoe gepatenteerd, eisser en aanlegger ter eenre, tegens, Hendrik Adriaan Gijsbert Verbossen, wonende te Uden, gedaagde ter andere zijde. J.J. Brocx, eisser en aanlegger dient van schrifture van replicq en concludeert als bij dezelve. Den gedaagde versoekt copij en dag. Fiat Copij en dag.
In zake den eerwaarde heer C.D. Vosch van Avesaet, eisser en aanlegger ter eenre, tegens, Johannis Lucasse, wonende te Zeland, gedaagde ter andere zijde. Den procureur Rietman voor en geadsisteerd met den gedaagde wagt den eisser om te dienen, en in cas van non-compariti versoekt voornoemde procureur dat denzelve mag worden gelast ten naaste te compareeren op paene van verstek. Scheepenen ordonneeren den eisser om ten naaste te dienen of te compareeren op paene van alsdan gecondemneert te zullen worden in de kosten van dien dag en zal hiervan bij missive worden kennis gegeven aan den eisser of desselfs procureur Werner.
In zake van Antonij van Houtert, wonende te Uden, eisser en aanlegger ter eenre, op ende jegens, Adriaan van Gerwen, wonende mede te Uden, gedaagde ter andere zijde. Den procureur C. Rietman voor den eisser en aanlegger dient van schrifture van eisch en aanspraak met 4 annexe, concludeerende als daarbij, en depositeerd eene origineele obligatie voor den tijd van een maand onder den secretaris ten fine van visie, copie en lecture.
Scheepenen gezien hebbende de non-voldoening van P. Oppers opzigtens het fourneeren der sportelpenningen, lasten den secretaris dezer rechtbank om aan P. Oppers voor ’t laatst te schrijven dat de gezegde sportelpenningen binnen drie dagen na aanschrijving moeten bezorgd zijn in handen van denzelve secretaris. En ingevalle van nalatigheid word den secretaris gelast hiervan condemnatie in ’t fransch in forma te stellen en na behoorlijke gedane registratuur copie of exquditie? aan de gedaagdesse uit te rijken om haar te strekken tot narigt.