Notaris-, schepen- en andere akten

52 Voor schepenen van Heeswijk zijn ter requisitie van Cornelis Hanegraaff, drossaard van Heeswijk onder ede verhoord: Martinus Vermeulen 52 jr. arbeider, Elisabeth Vermeulen 21 jr., Hendrien van den Bogerd 50 jr. vrouw van Willem van de Ven timmerman, Catharina Samion vrouw van Martinus Vermeulen 44jr.; allen te Heeswijk verklaren Johannes van den Heuvel wonend te Heeswijk te kennen en hem op 12 augustus voor de middag te hebben gezien nabij het huis van weduwe Johannis van Doorn te Heeswijk. Zij hebben er geen acht op geslagen of hij liep te vloeken en razen, maar wel hebben gezien dat hij met een mestriek stootte op de vensters, tegen de ijzeren spijlen en het glas insloeg van het huis van voornoemde weduwe staande aan de Herenweg. Daarna is hij gegaan naar het huis van Bertus van Handel en heeft aldaar ook glazen ingeslagen.

51 Voor Lammert Raaijmakers en Willem Steenbergen, schepenen van Heeswijk is verschenen Hendrik C. Michels, dragonder onder 6e compagnie Bataafsche Dragonders, gestationeerd te Heeswijk ter assistentie van justitie, welke verklaart ter rekwisitie van Cornelis Hanegraaff drossaard van Heeswijk, dat hij zaterdag 24 juli jl. na de middag tussen 3 en 4 uur met zijn mede dragonder Jan Mende aan de rivier de Aa was omtrent de Heeswijksebrug om te vissen. Hij zag daar persoon met reiszak onder de arm aankomen, die meteen op de loop ging door de velden aldaar. Omdat hij vermoedde dat er iets niet klopte is hij hem gevolgd en ingehaald, waarop de voornoemde persoon terug liep en hij hem naliep. De persoon wilde over de sloot springen doch viel erin en comparant heeft hem in de kraag gevat. Hij vertelde dat hij Leendert heette en een boerenmens van Heeswijk was en schoenmaker. Hij probeerde zich los te worstelen en viel over zijn te lange broek en omdat comparant zag dat hij een mes had, nam het uit de broek en gooide het weg. Comparant heeft hem samen met zijn kameraad naar Heeswijk opgebracht en daar bleek dat het Leonardus Broekhoven was welke in de gepasseerde winter te Dinther uit zijn gevangenis was ontvlucht. Jan Mende verklaarde en bevestigde hetzelfde als Hendrik Michels. Ook aanwezig is Cornelis Roemer, dragonder welke verklaart dat hij de wacht had op het raadhuis te Dinther bij Leonardus van Broekhoven welke aan hem heeft gegeven, om te overhandigen aan zijn vrouw, drie briefjes met onderaan 1801 en een stukje papier waar met potlood 3 regels op beschreven waren. Hij heeft deze aan de secretaris overgegeven. Mede verschenen is Dominicus Hegmuller, vorster welke verklaart dat hij op het Raadhuis te Dinther bij voornoemde Broekhoven de wacht had en bij visitatie in zijn zak twee kwitanties aantrof, een van f 50,-- van rente van een bedrag van f 1.000,-- en een van f 14,-- ter voldoening van landhuur.

50 Schepenen Cornelis van Houtum en J. van Grinsven zijn ter rekwisitie van Cornelis Hanegraaff, drossaard van Heeswijk gegaan naar huis van Joost Dobbelsteen te Heeswijk in den Fockershoek. Daar was tussen vrijdag 5 en zaterdag 6 februari 1802 rond middernacht ingebroken door kelderraam. Hendrien de vrouw van Joost Dobbelsteen had een zware slag gehoord op de deur tussen de goot en de keuken. Haar man was ook wakker geworden en zij zagen 3 of 4 manspersonen voor hun bed in de keuken staan, met mes overdwars in hun mond, zeggend zwijg of wij snijden de hals eraf. Zij beiden en ook hun dochter zijn met touwen om de handen en voeten gebonden. Zij hebben het huis doorzocht en de sleutels van de kist en kasten gevraagd. Meegenomen hebben zij een goud kruis en knop, een gouden kruisknop en slot, kerkboek met zilveren slotje, nogal wat kledingstukken, slaap- en tafellakens, vlas, geld, zilveren mansbroekgespen en schoengespen en nog meer. Hun dochter was tegen de morgen los gekomen van de touwen en had daarna hen losgemaakt. Er waren sporen van paarden op zij van het huis.

49 Voor Cornelis van Houtum, Willem Steenbergen en Aart Verhagen, schepenen van Heeswijk, departement van de Dommel verklaart Arie van den Boom, brouwer wonend te Heeswijk, goed bekend staand en van competente ouderdom ter rekwisitie van Cornelis Hanegraaff drossaard van Heeswijk, dat Johannes van den Heuvel in de nacht tussen 20 en 21 september van dit jaar bij hem in zijn brouwerij is gekomen en gevraagd heeft naar een pijp, welke aan hem werd gegeven door Annemie Eijkmans vrouw van Jan van de Laar die aldaar was. Hij gooide deze stuk en nam toen een zwaar eiken stok waarmede hij kruk van de waterpomp in brouwerij stuk sloeg en daarna met de stok door brouwerij vloekend en razend op en neer is gelopen, zodanig dat vrouw van 1e comparant naar de kelder van de brouwerij is gevlucht en vrouw van Jan van de Laar, onder een bak. Johannes van den Heuvel is uit brouwerij gegaan maar kort daarna terug gekomen en met de stok slaand op alle deuren waarna hij weer is weggegaan naar het huis van comparant die zelf al daar naar toe was gegaan en de deur op de grendel meende te doen. Doch voordat hij dit kon doen, sloeg Johannes van den Heuvel zo hard op de deur dat hij deze niet kon houden. Johannes van den Heuvel sloeg heel hard op de tafel en dreigde alles aan stukken te willen slaan. Comparant en zijn vrouw zijn uit huis gelopen om hulp te halen. Nol Schuts is toen meegekomen. Johannes van den Heuvel is toen weg geraasd. Comparant was bezig met brouwen toen een en ander gebeurde en heeft daardoor een uur stil gelegen waardoor het gebrouwde bedorven was. Mede verschenen is Jan van de Laar, wonend te Heeswijk, welke verklaart dat hij op voornoemde tijd in de brouwerij is geweest om te stoken dat Johannes van den Heuvel binnen is gekomen en gevraagd heeft om een pijp welke door comparants vrouw Annemie Eijkmans is gegeven. Dat verder alles is gegaan zoals Arie van den Boom heeft verklaard. Ook verschenen Francijn van Zutven vrouw van Arie van den Boom welke hetzelfde verklaart.