Notaris-, schepen- en andere akten

29 Inventaris
Aleida Sijbilla Helena Beatrix Hendriks c.s. te Reek.

203 Staat van inventaris van de goederen van Cornelis van der Wielen, overleden te Schaijk op 24 juni 1796, ten behoeve van Johanna Wilhelmina Olijmeulen. In aanwezigheid van de schepenen van Maasland, Lambertus Schuts en Jan Hendrik van Geffen. Huis, schuur en boomgaard en hof te Schaijk, op de hoek tegenover de kerk, een zijde weduwe Cornelis van der Wielen, een eind Leendert Clase (2726 gulden); een morgen weiland te Huisseling genaamd ’t Schaat (350 gulden); 15 vaatsel bouwland te Schaijk (650 gulden); circa een maarsel land te Schaijk naast de Olijmeule Steeg (546 gulden); 2 akkers bouwland te Schaijk genaamd ’t Kerpats land (375 gulden); een boske in het Goor te Schaijk, circa 2 vaatsel (250 gulden); drie akkers bouwlandgenaamd het Billeven te Schaijk (325 gulden); 2 hont uiterwaard op de Scherlen (?) te Megen (425 gulden); een schepel bouwland te Schaijk aan de Sandstraat (125 gulden); circa 14 vaatsel bouwland te Schaijk, genaamd de Mus (650 gulden); Obligaties: 100 gulden ten laste van Willem Peter Bors te Herpen met 3 jaar rente a 12 gulden; 75 gulden ten laste van Hendricus Loeffen te Schaijk met 2 jaar rente a 6 gulden; 50 gulden ten laste van Jan van Rooij te Schaijk met 16 jaar rente is 30 gulden; 200 gulden ten laste van weduwe Hendricus van den Heuvel met een jaar rente van 8 gulden; 200 gulden aan de gemeente van Schaijk; 50 gulden aan Lambert Jansen te Schaijk; 25 gulden aan Peter van Duijnhoove; 75 gulden aan Hendricus van Hoogstraten; 50 gulden aan Francis Teurese; 100 gulden aan Francis Teunis van der Sanden; 200 gulden aan weduwe Jenneke Teunese; 175 gulden aan Aart de Kraaij; 50 gulden aan Theodorus Cornelisse; 100 gulden aan Gerardus van Berkel; 1000 gulden aan Harmanis van den Hoogen; 200 gulden aan Theodoris van der Heijden; 100 gulden aan Louwerens Hendricus Jansen; 300 gulden aan Jan van der Horst; 75 gulden aan Willem Seijmes. Onderhandse leningen: 450 gulden aan Cornelis Nooije; 350 gulden aan Jan Francis Schuts;

49 Op verzoek van Anna Gertrudis Fasbender, zonder beroep te Schaijk ter ener zijde en Adrianus Matheus van Rooij, gehuwd met Petronella van den Hoogen, wijnkopers te Uden; Martinus Gubbels, koopman te Schaijk; Johannes Hendrikus van den Hoogen, winkelier te Uden, als vader en voogd over zijn zes minderjarige kinderen met namen: Johannes Emerikus, Maria Magdalena, Antonius, Martinus, Elisabeth en Catharina Maria van den Hoogen, verwekt in zijn huwelijk met Johanna Francisca Hartman, ter andere zijde; opstellen van een lijst van onroerende goederen in de nalatenschap van Emericus van den Hoogen, rustend pastoor te Schaijk en daar overleden op 7-3-1850. Huis en erf, tuin, bouwland en weiland te Schaijk, sectie C 557 en 31, 651, 653 en 50. Overledene aangekomen via onderhands koopcontract van 19-07-1834 te Schaijk.

45 Op verzoek van Adrianus Matheus van Rooij, wijnkoper te Uden en executeur testamentair, gehuwd met Petronella van den Hoogen; Martinus Gubbels, koopman te Schaijk; Johannes Hendrikus van den Hoogen, winkelier te Uden, als vader en voogd over zijn zes minderjarige kinderen met namen: Johannes Emerikus, Maria Magdalena, Antonius, Martinus, Elisabeth en Catharina Maria van den Hoogen, verwekt in zijn huwelijk met Johanna Francisca Hartman; Anna Gertrudis Fasbender, zonder beroep te Schaijk; allen erfgenamen volgens testament van 11-03-1845 en 13-09-1848 voor deze notaris; opmaken van de inventaris in het sterfhuis van Emerikus van den Hoogen, in leven rustend pastoor te Schaijk, en daar overleden op 07-03-1850. Beschrijving van 107 posten, waaronder schuldbekentenissen en eigendomsbewijzen van onroerend goed.